198
NB. W anneer eene batterij niet op een der vleugelsmaar tussehen
de bataljons is ingedeelddan zal de batterij zich formeeren in de
ruimte, die zij tussehen de bataljons beslaat, buiten de rechter
[linker] zijde, wanneer de colonne den rechter [linker] vleugel
vóór krijgt; dat is in het algemeen achter de linie tegenover
de batterij intervalle.
Staat de Artillerie „in batterij" op het oogenblik van de for
matie of den afmarsch in colonneen zoude de batterij om aan de
tegenovergestelde zijde der colonne te komen, deze moeten
doortrekken, terwijl de infanterieeolonne reeds in marsch is
dan doet de Artillerie dit niet, maar blijft aan de zijde, waar
zij is, tegenover hare intervalle, tussehen de bataljons marcheeren.
Do Artillerie zorgt den noodigen afstand te bewaren van het
vóór haar staande [mareheerende] bataljonterwijl het volgende
bataljon ook zorgt, den afstand zoodanig te houden, dat bij het
in bataillo komen de Artillerie weder behoorlijk plaats heeft.
Overigens wordt gehandeld naarmate van de te ontvangen
bevelen, den toestand van het terrein, enz.
Wil men de infanterielinie met den marseh uit de flank van den
rechter [linker] naar den linker [rechter] vleugel laten afmarcheeren,
clan moet de Artillerie van den i'echter [linker] vleugel gewaarschuwd
worden om dadelijk met stukken in colonne achter de linie langs te
trekken, met hare dekking aan het hoofd.
Zie voor de plaatsing van de Artillerie bij de colonne fig. 1.
2" afdeelmgart. 2. BEWEGINGEN EENER COLONNE OP
GEHEELEN AFSTAND.
b. Hierbij regelt zich de Artillerie naar de bewegingen der
colonne, (zie ook voor den afmarsch, 2" afdeeling, artikel 1) en zal
zij haren marsch zoodanig moeten richten, dat steeds goede afstand
en evenwijdige strekking en overeenkomstige gang bewaard blijven.
Wordt bevolen of vordert het terreindat de Artillerie in de ma-
uoeuvreercolonne tijdelijk plaats neemt, dan geschiedt dit aan het
hoofd vóór de Infanterie of achter het bataljon, dat aan het hoofd
is en hetwelk danals de weg het toelaatmet versnelden pas in ge-
slotene colonne oprukt. De batterij aan den staart volgt de colonne;
zoodia het kan, hernemen de batterijen hare plaatsen, en herstelt
zich de colonne in den gewonen vorm.
13