9 Bij aanschrijving van den Minister van Oorlog dd. 18 Mei 1878, No. 38 werd verder het toelatingsexamen en het onderwijs, aan de cursus sen der tweede afdeeling te geven, nader geregeld, terwijl de le Octo ber als datum voor het begin der nieuwe Krijgsschool werd vastgesteld. Het was voor deze aldus geheel hervormde Krijgsschool, dat bij Koninklijk Besluit van 16 Augustus 1878 nieuwe bepalingen voor de toelating van officieren van het Indische leger werden voorgeschreven. Daar dit besluit echter nimmer van toepassing geweest is en spoedig door een anderin vele opzichten daarmede overeenkomende, werd vervangen, waarop wij later terugkomen, behoeven we er hier niet langer bij stil te staan. Wat was dan in Nederland gebeurd, dat zoo spoedig èn Krijgs school èn alle daarop betrekking hebbende besluiten tot eene doode letter maakte? Het nieuwe wetsontwerp betreffende den Greneralen staf had lang geen onverdeelden bijval gevonden. Natuurlijk. De tegenstanders der vroegere Stafschool waren ook de vijanden van deze Wet. Niet, (lat het wetsontwerp onze onverdeelde sympathie bezat, evenmin als de veranderde inrichting der Krijgsschool. Het stelsel van brevetten nu ook bij de nieuwe Fransche wet op den Generalen staf aangenomen de verkorting van den duur van den cursus, de mindnre tijd, die hierdoor voor de zoo belangrijke practische oefenin gen overbleef, enz., dragen zeker onze goedkeuring niet weg. Maar dit belet niet, dat wij, ons geheel met het hoofdbeginsel vereenigende, de aanneming er van met enkele wijzigingen zeer gewenscht hadden. Alle zeilen werden echter tegen het wetsontwerp aangespannen. Tot welke, bene den hare waardigheid zijnde, spitsvondigheden de Tweede Kamer zelfs afdaalde, kan blijken uit de critiek wij bedoelen het verslag - van de Commissie van Rap porteurs [waarin de Heer Van der Schrieck militair voorlichter was]. Een paar staaltjes uit meer van hare schoolvosserij Wetsontwerp. Voorloopig verslag. Art. 5. „Van de officieren, enz. wordt Enkele leden oordeelden deze uitdrukking jaarlijks een zel-er getal door Onzen Minis- minder overeenkomstig den gebruikelijken tei van Oorlog aangewezen". wetstijl en zouden liever lezen eenige. Art 9. „Deze overplaatsing gaat in Het woord: naast hooger is minder goed den regel gepaard met eene bevordering Nederlandschwaarom niet volgenden of tot den naast lioogeren rang." naastvolgenden rang?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 20