220 zulke Vice-GouverneursDirecteursKommandeursKoopliedenKa piteins, Schippers en andere officieren, als zijlieden, bij gemeen ad- vys en de meeste stemmen van de presenten, ton dienste van de Compagnie bevinden zullen te behoorenbehoudens den gegraveerdon hun beklag aan zijne Doorluchtige Hoogheid en Hunne H. Mogenden, de Heeren Staten-Generaalin conformiteit van hot octrooi der Com pagnie, bij Hunne H. Mogenden vergund." Dat octrooi was den 2en Maart 1602 verleend, en in art. 35 daarvan was aan de O. I. Compagnie mede de bevoegdheid verleend om de Gouverneurs en offi cieren van Justitie af te stellen, indien deze bevonden worden, zich kwalijk en ontrouw te gedragenmet dien verstandedat die Gou verneurs of officieren niet mochten verhinderd wordenzich naar Ne derland te begeven om deswege hunne doleantiën en klachtenzoo zij eenige meenden te hebben, aan de Staten-Generaal te doen. Omtrent de militaire officieren vinden wij in het bekende werk van Mr. P. Mijer„"Verzameling van instructiën, ordonnanciën en regle menten voor de Regering van Nederlandsch-Indiëdaarvan niets vermeld. Wel leest men in art. 23 van bovenbedoelde ordon- nancie en instructie voor den Gouverneur-Generaal van 1617: „Aan gaande de kapiteinsluitenantsvaandrigs en andere officieren van de Compagnie, in Indië in garnisoen liggendebij aflijvigheid derzelve en zal geen Vice-Gouverneur of Directeur, zonder consent en last van den Gouverneur-Generaal, daarin disponeren, noch eenige kapi teins, luitenants of vaandrigs aan iemand uit zijn eigen authoriteit mogen geven, maar, bij des Gouverneurs absentie, alleenlijk bij provisie en tot deszëlfs nader ordre daarin mogen disponeren". De grens in hoeverre het militair aan het civiel gezag ondergeschikt moest zijn, was hierdoor bepaald. Geen twijfel was mogelijk. Art. 24 luidde toch: „Maar alle andere mindere ambten en officiën zullen staan ter dispositie van de voorz. respectieve Gouverneurs en Direc teurs, een ieder in zijn kwartiermits daarin doendezoo zijlieden ten meesten dienste van de Compagnie bevinden zullen te behooren gevende niettemin daarvan met den eersten advys aan den Heer Gouverneur-Generaal, met denwelken ook alle de Directeurs en BataviaLandsdrukkerij 1848.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 227