22 i Vice-Gouverneurs van hetgene, zoo den handel als oorlog concerne rende, in hare kwartieren passeert, altijd goede correspondentie zul len houden". De aanbeveling' om goede correspondentie te houden, was niet over bodig, want art. 36 luidde zeer duidelijk„En opdat alle zoodani ge, der Comp. schadelijke en dangereuse jalousiën en contentiën tusschen de overheden en bewindhebbers, als voor dezen te meerma len voorgevallen zijn, in alle de oorlogs-exploiten te water of lande, mogen verhoed en voorgekomen worden, zoo zullen de Gouverneurs en Raden altijd ordre stellen, dat in alle exploiten te water de Vice- Admiraal, of die in deszelfs plaats voor kommandeur gesteld wordt, het opperste gebied, zoo wel over de soldaten en krijgsoversten, als over het bootsvolk en andere in die vloot wezende, mag hebben, en alles doen en dirigeren met advys van den breeden Rade en scheeps raad, die hem medegegeven zal wordenmaar in alle landtogten en krijgs-exploiten te land zullen de voorz. Gouverneurs en Raden den kommandeur en oppersten krijgsoverste, of die in deszelfs plaats gesteld wordt, zoo haast en zoo lang als het volk aan land zal we zen overal, en zoo wel bootsvolk, als soldaten en andere, te land wezende, het opperste gebied, beleid en directie van zaken, met zij nen bijgestelden krijgsraad, bevelen, die nogtans 't scheep komende, al te zamen wederom onder des Vice-Admiraals en des breeden raads gebied en kommandement zullen staan, tot dat een ieder we derom gekomen zal wezen ter plaatse zijner residentie, of daar hem geordonneerd zal wezen te gaan." Dat civiele toezicht bij alle landtochten en krijgs-exploiten te land was curieus, doch in een tijd toen men onder krijgsvolk eigenlijk de equipage der schepen van oorlog verstond, zeer te vergevenvooral als men nagaat, hoe vele jaren daarna de gedeputeerden te velde in het vaderland dat toezicht nog uitoefenden! Art. 17 der „Punten en ar tikelen in forma van Instructie, gearresteerd den 17en Maart 1632 ter Vergadering van de XVIIen, ter Kamer van Zeeland, binnen Middelburg, waarnaar Hendrik Brouwer, Gouverneur-Generaal van wege de Nederlandsche vereenigde O. I. Compagnie, op Batavia ko mende, mitsgaders de andere aanwezende Raden van Indië, aldaar op Batavia als op andere plaatsen meer residerende, zich zullen heb-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 228