257
africhting plaats hebben, onder toezicht van officieren, met flinke
ruiters, terwijl er een goede manege dient te zijn.
Gaan de paarden bij een veldeskadron over, dan moeten zij onder
afzonderlijk toezicht komen en dan door goede ruiters in die diensten
geoefend worden, welke men er in het eskadron van verwachten
moet. Op deze wijze geoefend, zullen zij niet leeren doorgaan of onhan
delbaar worden, en zal dit ook ten goede komen van het harnachement.
13. Eene manege te Salatiga. Bij elk regiment Cavalerie in Neder
land treft men niet een, maar meer maneges aan. Bij de Cavalerie
in Indiê vindt men er geen enkele! Toch is de behoefte daaraan
zóó in het oog springend, dat er niet verder over uitgeweid behoeft
te worden. Willen wij hopen, dat men eindelijk zal inziendat eene
manege in Indië geene weelde is.
14. liet gebrek aan paarden. Dit wordt grooter en is ook van
grooten invloed op de slechte geoefendheid der Cavalerie. Door de
stoeterij beter in te richten, zal men wel over eenige'jaz'en paarden
krijgen, maar de behoefte van het oogenblik is dringenden daarin moet
voorzien worden door alle mogelijke middelen, voornamelijk door
verhooging van den remonteprijs en het zenden van commissiën
naar den Overwal. Op deze wijze handelende, zal het gebrek weldra
verminderen. Toch zal het altijd vele bezwaren hebben, de paarden
der Cavalerie voltallig te houden. Om hierin te gemoet te komen,
vermeen ik het volgende te moeten aanbevelen:
a. De paarden, die blijken ongeschikt te zijn om met de sabel
te worden gereden, moet men niet afkeuren, maar opleiden tot
paarden voor de oefening van de rekruten in de le en 2e les der
Ruiterschool; het zijn vaak nog zeer goede paarden, die, op deze
wijze gebruikt, nog vele jaren diensten kunnen bewijzen.
b. Paarden, die niet langer voor de velddienst geschikt zijn,
omdat zij b. v. meermalen kreupel worden, doch die nog goede
manegegangen hebben, moeten ook voor de rekruten bestemd worden.
Het getal afgekeurde paarden, en dus de behoefte aan paarden
zal hierdoor verminderen.
15. Reglementen en voorschriften. Verbeteringen aan het personeel
17