15 -
te zijn, zal wel niemand tegenspreken. Donker blauw en donker
groen, en niet zwart, zijn ons inziens de twee kleuren, waartusschen
men kiezen moet, daar deze twee kleuren het minst te zien zijn in de
Indische terreinen; de thans in gebruik zijnde kleur laat in dit
opzicht niets te wenschen overook bestaat hierbij het voordeeldat
de indigo verwstof een koloniaal produet is! In 't algemeen moet
hj eene uniform alles wat van verre in het oog valt of blinkt vermeden
worden, zoodat b. v. de knoopen niet van koper, maar van brons
moeten zjn.
Wat de stof betreft, gelooven wij, dat het geven van eene laken-
sche kleeding aan den Indischen soldaat eene absurditeit is. Alles
brengt mede, dat de uniform zeer stevig moet wezen, voor de soms
snel afwisselende klimaatsinvloeden de noodige beschutting moet op
leveren, maar tevens niet te zwaar mag zjn. Wj meenen de oplossing
van dit vraagstuk gevonden te hebben, door den soldaat voor boven-
kleeding eene deugdelijke baaien en niet te dikke stof te geven,
zoo als b. v. die, waarvan de eerste Afjehsche jassen vervaardigd
waren, en voor onderkleeding eene stevige soort katoen of linnen,
welke stof niet licht kan scheuren en goed uitgewassen kan worden.
Bij den vorm der kleeding moet de snit den lichaamsbouw volgen; zij
moet alle bewegingen zonder hinder toelaten en, hoewel nergens het
lichaam knellende, waardoor de geregelde bloedsomloop belemmerd
zoude worden, het ook niet te veel ontblooten, waardoor het aan
schadelijke invloeden van buiten bloot gesteld zoude kunnen worden;
terwjl daarbj de netheid niet uit het oog mag worden verloren.
Hieruit volgt, dat de kleeding noch te nauwsluitend, noch te ruim
maar van genoegzame wijdte moet zjn en voor den toevoer van versche
lucht en voor de spierbewegingen, hier en daar matig aan het lichaam
moet sluiten.
Met het bovenstaande rekening houdende, zouden wj, voor den
troep althans, als wapenrok niet zoozeer de attila willen zien inge-
Een op 400 pas tegen een boschrancl staande en in donker blauw gekleede
troep is schier onzichtbaar.
De later aan den troep verstrekte jassen bestonden, zoo als de schrijver ze
gezien heeft, uit een donker paarsch weefsel van ruweloszittende haren, bij gebruik
dadelijk groen en onoogelijk wordende en na korten tijd als tonder uit elkaar vallende!