281
De sergeanten A. en B. van het Nederlandsche leger leggen gelijktijdig
hetzelfde examen af voor den rang van 2"" Luitenant; de eerste met be
stemming voor Indië, de laatste voor Nederland. Yan het resultaat van
dat examen wordt eene lijst opgemaakt, waarop de namen van alle
aspiranten voorkomen, in volgorde en naar gelang van de bekwaamheden,
waarvan zij de blijken hebben gegeven. Die lijst wordt niet officieel
bekend gemaakt; maar kort voor of na de benoeming weet toch ieder
officier, welk nummer hij bij dat examen behaald beeft.
Komt nu bet Koninklijk Besluit der benoeming van de sergeanten A.
en B. tot 2™ Luitenant op één dag af (wat in Nederland zeer vaak plaats
heeft) dan wordt bun op officieele wijze bekend gemaakt, welke plaats zij
zullen innemen onder de 2e Luitenants van het legerwaarin zij voortaan
zullen dienen. Of de 2<= Luitenant A. van bet Indische leger ouder
of jonger is dan de 2e Luitenant B. van het Nederlandsche leger,
komt er voor bet oogenblik niet op aan. Het is dan ook waarschijnlijk
daarom, dat bovengenoemde algemeene lijst niet officieel wordt bekend
gemaakt.
Ka verloop van eenigen tijd echter vraagt de 2° Luitenant B. voor don
tijd van vijf jaren gedetacheerd te worden bij het leger in Indië. Hij komt
toevallig in hetzelfde garnizoen, misschien bij hetzelfde corps als zijn
collega A. Moet hij nu tot tijd en wijle deze, tengevolge van de gunsti
ger promotie in Indiëeerder le Luitenant wordt als ouder of als jonger
dan deze beschouwd worden? Zij dienen tijdelijk bij hetzelfde leger, komen
bij verschillende dienstaangelegenheden met elkander in aanraking; één
van beiden moet dus de oudste zijn want volkomen gelijkheid van rang
of ancienneteit is in de militaire dienst niet bestaanbaar.
In dit geval is niet voorzien bij het reeds genoemde Koninklijk Besluit
van 24 November 1859, noch bij de Wet van 28 Augustus 1851, Neder-
landsch Staatsblad N° 128, tot regeling van de bevordering, het ontslag
en het op pensioen stellen van de militaire officieren der landmacht in
Nederland, noch bij éénig ander, mij bekend besluit of reglement. Er is
omtrent de ancienneteit van gedetacheerde officieren niets wettelijk geregeld,
en m. i. mag dit alléén gedaan worden door den Koning of door den
Gouverneur-Generaal. Ingeval de 2e Luitenant A. in Indië op denzelfden
dag als de 2e Luitenant B. in Nederland benoemd wasdan zouvolgens
mijne meening, de 2e Luitenant Aals ouder moeten beschouwd w 01 den
dan de 2° Luitenant B. Zooals ik boven reeds gezegd heb, spreekt het
Koninklijk Besluit van 24 November 1859, N° 69, wel niet van ge deta
cheerde officierenmaar het geval is m. i. hetzelfde. Beide officieren zouden