289
officieren viijheid, inspectiën te houden, wanneer zij dat noodig acliten.
De commandant eener compagnie is geheel verantwoordelijk voor de
oefening, klceding, voeding en betaling zijner onderhoorigen. Hij moet
dus ook vrijheid van handelen hebben, onverwachts inspectie te mogen
houden.
Ook vergunne men niet, dat een man eenig militair kleedingstuk bij
een ander in bewaring geeft, maar passe in zoodanig geval eene gestrenge
straf toe, zoowel op den eigenaar als den bewaarder. Dit is ook de
bedoeling van het Cr. B. van 3 October 1870, N° 1. Het is ons toch
nog onlangs gebleken, dat een fuselier voor twee zijner kameraden, zoo
het heette, hunne goederen in zijne kist bewaarde, maar, niettegenstaande
hij zelf eene volledige uitrusting had, verscheen hij bij het uitbetalen
der soldijtoon geene inspectie was te vreezen, geheel gedost in de nieuwe
kleeren van zijn kameraad. Durft iemand dit te doen, dan zal achter dat
bewaren wel iets anders dan kameraadschappelijk hulpbetoon schuilen!
Ook zou hot aanbeveling verdienen, hot Inlandsch kader, altijd zonder
bijzijn dor minderen, op 't onverwachts te laten uitpakken. Met dergelijk
onvoorbereid uitpakken bedoelen we zoowel het vertoonen der goederen
uit de particuliere kotters en kisten als die, welke in ransel en kleeding-
tasch zijn geborgen.
Op deze wijze zal menigmaal een pandhouder op de kaak gesteld wor
den. In de Lampongsche districten ontdekte de corpscommandant bij
een Inlandsch sergeant eene groote hoeveelheid goederen met nummers
van manschappen, die reeds gestraft waren voor het verkoopen van die
zelfde goederen. De sergeant werd gedegradeerd, en dit strekte zijnen
graadgenooten wel tot afschrikkend voorbeeld; maar wat baat dit, wanneer
dergelijke maatregelen niet bij alle corpsen worden toegepast
Eindelijk moet, om hot uitmaken en straffeloos overdrukken der nummers
onmogelijk te maken, eene andere wijze van nummeren worden uitgedacht.
Bij overplaatsing van manschappen naar andere compagniën, corpsen
en detachementen, moet bij de officieele bescheiden steeds gevoegd worden
Lang voor dat het tegenwoordige Reglement op de Inwendige dienst bestond,
waren wij het in dit opzicht met den geachten schrijver eens. Als officier van de
week bemerkten wij, dat er op eene groote sehaai goed verkocht was, en verzochten wij
eene onverwachte inspectie voor het Inlandsch ka der; doch onze compagnies- en bataljons
commandanten antwoordden ons: gij hebt groot gelijk, maar we kunnen het niet toestaan,
want we moeten het Inlandsch kader 't was in de epidemie van hot ivegloopen der
militairen te vriend houden.
Redacteur,
19