290 een door den pelotonscommandant opgemaakt en door den compagnies commandant voor gezien geteekend extract van de kleedinglijst. Bij ver trek en bij aankomst van ieder militair moet de pelotons- of sectiecom mandant zich overtuigen, dat eerstgenoemde werkelijk de daarop vermelde goederen bij zich heeft. "Worden door den pelotonscommandant equipe- mentstukken afgekeurd, dan moeten die in zijn bijzijn worden vernietigd, en wel zóódanig, dat van de kleedingstukken om zoo te zeggen niets dan poetslappen overblijven. Onder de verschillende hierboven genoemde oorzaken hebben we ge zwegen over de indemniteit voor kleeding en uitrusting. Het is echter noodig, ook daarbij een oogenblik stil te staan. "Wanneer een militair op schuld kleeding uit het magazijn ontvangt, wordt hem de volle prijs daarvan ingehouden. "Wordt hem echter bij de periodieke vernieuwing indemniteit daarvoor uitbetaald, dan ontvangt hij slechts den lialven prijs! Op zijn zachtst uitgedrukt, is eene dergelijke speculatie op de geldzucht van een soldaat onbillijk te noemen; maar het grootste nadeel, dat er uit voortspruit is, dat hij, zonder die noodig te hebben, de kleedingstukken in natura ont vangt en dan zelf. daarin handel gaat drijvenMisschien ontvangt hij er dan ook wel meer voor dan den hal ven gouvernementsprijs. Het is daarom wensclielijk, dat de uitbetaling van de geheele indemniteit (zoo als primitief onder den Generaal Kroesen geschiedde) weder worde ingevoerd, zij het dan ook bij wijze van proef. "Wanneer aan al de hiervoren genoemde en andere doeltreffende maat regelen streng de hand wordt gehouden, zullen de gevallen van goedver- koopen, zoo al niet geheel ophouden, dan toch voorzeker tot een bedui dend minimum kunnen worden herleid. Alexander.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 297