- 309
„Instructie voor den Kommandant-Militair van Java s OosthoekGrissee
en het Eiland Maduramitsgaders Kapitein van de Haven en Baaijen
aldaar;" 2° eene der „Generale orders" van den Gouverneur-Generaal
en 3» de „Instructie voor den Brigadier en Chef van de Generale
Staf G. II von Gutzlaff.in afwezigheid van den Gouverneur-Generaal
van de Hoofdplaats BataviaWat leeren ons deze stukken voor
ons doel?
Art. 10, 11 en 12 van eerstgemelde instructie luidden
„Ingeval van vijandelijke aanval, zal de defensie van de oosthoek,
Grissee en het Eiland Madoera geheel en alleen, aan hem Kommandant
zijn toevertrouwd".
„Hij zal te dien opzichte met uitzondering van de uitdrukkelijke
bevelen van den Gouverneur-Generaal, aan geene andere voorschriften
gebonden zijn, dan die hij Kommandant als een officier van eer en kunde
in de gegeven omstandigheden zal nodig vinden."
„Wegens zijne genomen maatregelen, in de uitvoering der aan hem
gegevene bevelen, zal hij persoonlijk verantwoording schuldig zijn, aan
den Gouverneur-Generaal".
Hoo hoog de Gouverneur-Generaal Daendels in dit geval de be
trekking van den militairen bevelvoerder schatte, bleek uit zijne
„Generale order" van „den 28 van Lentemaand 1810," waarbij
eenige hoofdofficiersbenoemingen in het belang der verdediging van
het fort Lodeivijk (later fort Erfprins) worden gedaan.
„Met last" zoo eindigde die order „aan alle deze commanderende
Hoofd-officieren, of wien van hun bij eene attacque in leven en m ge
zondheid mogten zijn, dit Fort voor zijne Majesteit den Koning van
Holland te bewaren, te behouden, en nooit, om welke reden of pretext
ook, over te geven, al ivas zullcs op schriftelijke order van Generaals of
superieure Hoofd-officieren, of zelfs van de Hooge Regeering bij aflijvig
heid of absentie van den Maarschalk en Gouverneur-Generaal
Maar merkwaardig boven al was de laatstgenoemde instructie voor
ons onderwerp. Daarvan luidden de artikelen 4, 5, 6 en 7
„De Hooge Regering dan wel den Voorzitter [tot demping van oproer,
bedwang van roverijen, en het maintineren der Politie], zal den militairen
Commandant alle hulp en medewerking bewijzen, die hij van het politiek
Bestuur mogt requireren, inzonderheid wanneer den militairen Commandant
de Hoofdplaats Batavia zal hebben verklaard in staat van beleg.