- 314 1818. 68. 69. 1827. 69. 70. 1830. 66. 67. 1836. 55. door den Gouverneur- Generaal met dat be vel of eenigen ande ren last daaromtrent, mogten voorzien zijn" „Wanneer den be velvoerenden officier, na des wegens vol gens de militaire wet ten en gebruiken te hebben geraadpleegd en gehandeld, meent dat tot eene kapitu- latie met den vijand, betrekkelijk de plaats, over welke hij het bevel voert, behoort te worden overge gaan, moet hij, alvo rens daartoe te be sluiten, de zaak bren gen ter kennis van den Gouverneur of resident, en aan den- zelven schriftelijk de noodzakelijkheid om tot eene kapitulatie over te gaan, voor dragen. De Gouver neur of resident moet in dat geval, zoo wel als wanneer hij zelve met het bevel belast is, de bédenkingen van de officieren van het garnisoen en van de aanzienlijkste bur gerlijke ambtenaren over het aangaan yan wat tot de middelen en de wijze van ver dediging tegen den vijand betrekking heeft. De uitvoering van de militaire be wegingen wordt ech ter geheel aan den bevelvoerenden offi cier overgelaten." „Wanneer de be velvoerende officier, na deswege volgens de militaire wetten en gebruiken te heb ben geraadpleegd en gehandeld, meent dat tot eene capitulatie met den vijand, be trekkelijk de plaats, waarover hij het be vel voert, moet wor den overgegaan, zal hij de zaak bren gen ter kennis van den burgerlijken ge zagvoerder, en aan denzelven schrifte lijk de noodzakelijk heid, om tot eene capitulatie over te- gaan betoogen." „Deze hoofd-amb- tenaar moet, in dat geval, de bedenkin gen van de officieren van het garnizoen en van de aanzien lijkste burgerljjke cier, voor zooverre zjj zelve niet door den Gouverneur Ge neraal met dat be vel, of eenigen ande ren last daarom trent mogten voor zien zijn". „Wanneer de be velvoerende officier, na alle middelen tot verdediging te heb ben uitgeput, meent, dat naar luid van zynen bijzonder en lastbrief, of de al- gemeene militaire bepalingen, tot eene kapitulatie met den vjjand, betrekkelijk de plaats, waarover hjj het bevel voert, moet worden over gegaan, zal hij deze zijne meening in geschrifte brengen ter kennis van den burgerlijken gezag hebber, onder over legging van het schriftely k gevoelen, van diegenen zjjner onderhoorige officie ren, welke lijj inge volge de militaire wetten en gebruiken raadplegen moet. De burgerlijke ge zaghebber neemt als- Generaal met dat bevel of eenigen anderen last daar omtrent mogten voorzien zjjn." „Zij zijn, op hun- ne verantwoorde lijkheid gehouden, om de militaire maatregelen, met al de middelen, die ter beschikking van het burgerlijk gezag staan, te be vorderen."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 321