328 regelen vorderen. In verband tot de gemaakte aanmerkingen is evenwel aan die delegatie eene meer beperkte strekking gegeven." „De verpligte mededeeling aan de Staten-Generaal blijft men bedenkelijk achten om de redenenin de Memorie van toelichting, bladz. 36 op gegeven." Het Eindverslag der Commissie van Rapporteurs der Tweede Kamer zweeg verder over den staat van oorlog en beleg. En zoo kwam ein delijk het bewuste artikel (46) bij die kamer in openbare beraadsla ging, aldus luidende: „In geval van oorlog of opstand neemt de Gouverneur-Generaal de maatregelendie hij in het belang van het Rijk en van Nederlandsch- Incliè noodzakelijk acht, ook de zoodanige waartoe anders 's Konings magtiging vereisclit wordt." „Bepaaldelijk heeft hij alsdan de magt om Hederlandsch-Indië geheel of gedeeltelijk in staat van oorlog of beleg te verklaren, wetten en be palingen van dit reglement te schorsen en autoriteiten op te heffen." „De Gouverneur-Generaal kan in de bezittingen buiten Java en Maclura de burgerlijke of militaire gezaghebbers magtigen tot het nemen van voorloopige maatregelen van don bij dit artikel bedoelden aard." Wie nu al het voorgaande met aandacht gevolgd heeft, zal moeten toe stemmen, dat de bepalingen van het ontwerp-Regeeringsreglement om trent den staat van oorlog en beleg eerstens onvolledig en te algemeen ge steld waren en ten tweede aan het euvel mank gingen, dat de Regeering huiverig was om voor bepaalde gevallen rondweg te erkennen en niet met allerlei merkwaardige slagen om den arm in het midden te laten, dat het militair boven het civiel gezag moet staan. Bij liet debat over het voor afgaande art. 45 zeide de Heer Storm van 's Gravesancle zoo te recht, dat, hoewel men den staat van vrede voor den normalen houdt, het van den anderen kant toch zeer waar is, dat het behoud van de koloniën dikwerf in gevaar kan komen, wanneer niet alles wordt aangewend wat noodig is om de verdedigingswerken en het leger en alles wat daartoe betrekking heeft, in behoorlijke orde te houden. Men moet dus, ook wanneer de rust niet verstoord is, steeds een wakend oog houden op alle mogelijke gevallen, niet alleen van binnenlandsche Zie pag. 226, deel II van liet werk des iïeeren Keucheuius,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 335