329 onlusten, maar ook van buitenlandsche aanvallen. Door nu uitvoering- te geven aan de in bovenbedoelde nota van den Heer Storm aan- o-ea'even denkbeelden, zoude, heeft men beweerd, eene gelieele ab- dioatie van het burgerlijk bestuur plaats hebben. Is die bewering eerlijk? Wie 'zoude willen ontkennen, dat in sommige gevallen, vooral bij opstandde werking van het burgerlijk bestuur veel nut kan stichten? Geheel anders is het echter bij een aanval van een buitenlandschen vijand of bij een Inlandschen oorlog. Welk nadeel aan de goede zaak wordt toegebracht, wanneer dan het civiel gezag het hoogste blijft, is minder door „partijdige militaire schrijvers" (zoo als eens de Minister Pahud beweerde) als wel door verschillende feiten aangetoond; ook uit de geschiedenis der laatste jaren, helaas! Welke schadelijke werking het civiel gezag op militaire operatien tijdens den Atjehschen oorlog, onder het bestuur van den Gouverneur- Generaal Van Lansbergeheeft uitgeoefend, is voldoende bekend. Moge een tweede Storm van 's Gravesande dit helder aantoonen bij de herziening van het tegenwoordige regeeringsreglementHebben staats lieden als Baud en Pahud wel eens beweerd, dat een onafhankelijk militair gezag meer dan eens onder verdenking heeft gelegen, dat zucht naar roem te veel de overhand had in zijne handelingen, dan pleit zulk een oordeel niet voor de rechtvaardigheid van den eerste of de kennis van den laatste. Aannemende, dat er wel eens gevallen zijn geweest van slechts roem najagende bevelhebbers, dan vragen wij of er niet talrijker voorbeelden van oorlogzuchtige hoofden van civiel bestuur te noemen zijn, die tegen het advies der militaire bevelhebbers ondernemingen lieten uitvoeren, welke geene goede re sultaten hebben opgeleverd Toen Baud de meening van Storm, over het gevaarlijke en verkeerde van de tusschenkomst van het burgerlijk gezag in militaire zaken trachtte te wederleggen met een verhaaltje van hetgeen in 1820 op Riouiv met den Kapitein Koenigs- dorffer was gebeurd, om daardoor te betoogen, hoe slecht het is, in Indië bij onlusten uitsluiting der handelingen van het burgerlijk gezag te verkiezen, beging hij eene groote onjuistheid; want die Kapitein was Resident van Biouw! Stormminder te huis in de O O 1 Zie pag. 299 en 300, deel III van het werk van Mr. L. W. C. Keuchenius. Handelingen en geschriften van het Indisch Genootschap," le jaargang, 1854, pag^

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 336