333
toch wel van zelf, dat de Gouverneur-Generaal alleen dan tot eenmaat-
regle van zooveel gewigt zal overgaan, wanneer daartoe onvermijdelijke,
dringende noodzakelijkheid zal bestaan.1'
Dat Thorbecke met zoodanig antwoord niet tevreden was, bleek
uit zijne repliek
„Dat het van zelf zou sprekendat de Gouverneur-Generaalbij het in
staat van oorlog of beleg verklaren, niet verder zal gaan dan hij behoeft,
zou ik gaarne aannemen; maar is het aannemelijk? Ik zal een naam
noemen. Gesteld, wij hebben te doen met een man als de Gouverneur-
Generaal Daendels was; welnu, de Gouverneur-Generaal gelooft Indië in
staat van oorlog of beleg te moeten verklaren. Welke maatregelen neemt
hij in dien toestand? 'Welligt kan hij de hem aanvertrouwde belangen
zonder schorsing van wettenzonder schorsing althans van dit reglement
of wel met de schorsing van slechts enkele artikelen genoegzaam hand
haven. Maar hij werpt den geheelen regtstoestand omver. Moet het
reglement nu niet eenige waarschuwing bevatten, dat hij, in het nemen
van maatregelen voor dien toestand, niet verder behoort te gaan, dan
noodig is? Mij dunkt, dat is te meer noodig, Mijnheer de Voorzitter,
daar, zooals het artikel nu luidt, de Gouverneur-Generaal, ondanks zijne
verantwoordelijkheid aan den Koning, niet eens door den Koning ter
verantwoording zou kunnen worden geroepen, indien hij verder ware
gegaan dan noodzakelijk was. Alles is thans geheel overgelaten 'aan den
Gouverneur-Generaal, zonder eenige beperking hoegenaamd. De waar
schuwing nu, die mij noodzakelijk voorkomt, zal worden gegeven door
de woorden, wier bijvoeging ik heb voorgesteld. Dan zal de beoordeeling
niet van den Gouverneur-Generaal alleen afhankelijk zijn; dan zal niet
alleen zijn oordeel souverein wezen maar hij zal aanleiding vinden om,
alvorens hij handelt, op regtvaardiging bedacht te zijn."
„Ik moet de Vergadering verzoeken wel te letten, dat de maatregelen
die ten gevolge van dit artikel genomen zullen worden, grootelijks kunnen
verschillen. Men kan gematigde maatregelen nemen, die evenwel voldoen;
men kan uiterste maatregelen nemen, tot welke men niet moet komen,
wanneer zich geene volstrekte behoefte daaraan doet gevoelen."
Onmiddelijk antwoordde de Minister van Koloniën:
„Ik weet niet, of de geachte spreker uit Maastricht bij het doen van zijn
voorstel wel heeft gelet, op hetgeen voorkomt in art. 31 van dit reglement.
Bij dat artikel is de Gouverneur-Generaal tot het raadplegen van den
Raad van Indië verpligt geworden bij het nemen van buitengewone maat
regelen van gewigtigen aard; bijzonder ook over de algemeene strekking