339 plichting, heeft tie Minister gezegd, bij art. 31 op den Gouverneur- Generaal gelegd, zal hij in het geval waartoe art. 46 betrekking heeft, handelen op eigen verantwoordelijkheid, en ik geloof, de Gouverneur- Generaal moet dat doen; de drang van de omstandigheden is veel te groot dan dat hij zich door het gezag van den Raad van Indiê, wel ken invloed dat collegie op zijne gewone handelingen ook hebben moge, in zulk eene gesteldheid zou laten weerhouden. Wij kunnen dus den Gouverneur-Generaal hier beschouwen als overgelaten aan zijn eigen oor deel. En nu zal hij, zegt de Minister, handelen op eigen verantwoorde lijkheid. Ziedaar hetgeen ik ook wil. Maar voor die verantwoordelijk heid zal cenige grond moeten wezen in het Reglement, en die grond ontbreekt. Ilc wensch dien te leggen door de woorden, die ik voorge steld heb in de tweede alinea in te lasschen. Maar hetgeen voorgesteld is door den geachten spreker uit de hoofdstad (den Heer Godefroibij de eerste alinea, voldoet mij evenzeer, en ik wil zeer gaarne mijn amende ment geven voor het zijne, indien het zijne meer kans hoeft door de meer derheid der Vergadering en door den Minister te worden aangenomen. In de onderstelling, dat een en ander gebeure, zal ik mijn amendement intrekken, onder voorwaarde dat de geachte spreker uit de hoofdstad het zijne op het bureau van den President gelieve neder te leggen." Nog vier sprekers lieten zich hooren, alvorens aan het debat over art. 46 een einde kwam. Eerst repliceerde de Heer Van Nispen van Sevenaer den Minister „Ik wensch slechts aan den Minister te herinneren, dat ik geloof, dat de bepaling, waarop hij zich beriep, die is van art. 33. Ik geloof 'evenwel niet, dat dit eenige kracht heeft ontnomen aan hetgeen ik heb doen opmerken. Ingevolge de bepaling van art. 46 in verband met art. 32, wordt overeenkomst met den Raad van Indiê vereischt. Art. 25, waar- in van art. 46 gesproken wordt, doet hier volstrekt niets ter zake. Wat staat in art. 33 „De Gouverneur-Generaal kan, zonder die uitspraak af te wachten, de door hem noodig gekeurde maatregelen op eigen ge zag en verantwoordelijkheid nemen, wanneer hij oordeelt, dat langer ver wijl de veiligheid of de rust van Nederlandsch-Indië of andere gewigti- ge algemeene belangen zou in gevaar brengen." „Dat is het artikel ten gevolge waarvan in de gevallen, waarin dit overeenstemmen met den Raad van Nederlandsch-Indië gevorderd wordt, de Gouverneur-Generaal op zijne eigene verantwoordelijkheid de maatregelen kan nemen, die hij voor de veiligheid of rust van Nederlandsch-Indië noodig acht. Ik heb dit niet betwijfeld; maar ik heb er slechts op willen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 346