346
hare plaats in de orde van bataille terug te gaan, tenzij andere be
velen worden gegeven of eene volgende algemeene beweging het
anders vordert.
VII. Wanneer de Infanterie de carrés formeert, zal de Cavale ie
naderbijrukken en eene stelling kiezen, die, zonder de vuurwerking
der Infanterie en Artillerie al dadelijk te belemmeren, de meeste
kansen aanbiedt om den vijand aan te vallen, zoodra diens aanval
door het vuur zoodanig verzwakt is, dat de Cavalerie met goed ge
volg kan inhouwen, of om den vijand, zoo mogelijk in de flank, aan
te grijpen, indien dit tot ontzet van eigen troepen noodzakelijk is.
De cavalerieaanvoerder moet zorgen, dat het tot de attaque voorwaarts
van de carrés rukken en het daarna attaqueeren geschiedt zonder-
weifeling of te samengestelde bewegingen, overeenkomstig de voor de
Cavalerie bestaande tactische voorschriften.
Bij eene opstelling in twee linien, kan de Cavalerie tusschen de
liniën rukken; ook kan liet voorkomen, dat de Cavalerie zich nabij
een der vleugels gereed houdt.
Wanneer de Cavalerie mocht worden teruggeslagen, dan moet voor
al gezorgd worden, dat zij niet op de Infanterie of Artillerie terug
trekt of op deze teruggeworpen wordt, waardoor deze het vuur niet
zouden kunnen hervatten of medegesleept of verloren kunnen woiden.
VIII. Het volgende is een algemeen beginsel, dat streng moet
worden gehandhaafd, ook bij andere opstelling der Infanterie en
Cavalerie.
Moet de Cavalerie terugtrekken, met eene infanterielinie achter
zich, en is de Infanterie gedeploieerd, zoodat geene ruime intervallen
bestaan om door te trekken, dan zal de Cavalerie niet schuins vóór
langs de lijn van bataille rijden om langs een vleugel achter de
linie te komen, maar zooveel mogelijk aaneengesloten, loodrecht op
een punt der linie tusschen 2 corpsen, als wanneer de Infanterie
eenige pelotons kan doen afbreken tot het doorlaten der Cavalerie.
IX. Wanneer de Infanterie en échelon voorwaarta rukt, met het
voornemen om aan te vallen, dan zal de Cavalerie, indien geene
andere bevelen gegeven zijn, voorwaarts rukken nabij het voorste
échelon of nabij dat. waar het voorliggende terrein het gunstigste
is voor hare werking; zij moet medewerken om den aanval te doen