- 348 met hun verband onderling en met de hoofdwegen en rivierende onder linge afstanden van de voornaamste punten, gemarkeerd door verdedigbare kampongs of steenen blokken of huizen, kruiswegen, bruggen of andere rivier- of moeras- over- of doorgangen, enz., ook ter opsporing van verdedig bare of troepen in hunne bewegingen sterk belemmerende terreinafschei dingen (voor zoo verre de omstreken van onze garnizoensplaatsen die opleveren); hoe de verschillende wapens voor-of achterwaarts of terzijde opgesteld of zich bewegende, zoo noodig langs de kortste wegenandere stellingen kunnen innemen, en welke punten, in een of ander geval, het doelmatigst kunnen worden bezet tot verdediging of tot het meer actief te keer gaan van vijandelijke corpsen, bij verschillende toestanden, b. v. met betrekking tot de kuststreek bij Bataviapoging tot landing, landing en aanval aan het strand onmiddelijk nabij Bataviaof meer oost- of westwaarts, met het doel om Batavia door dadelijken aanval stormen derhand te vermeesteren, om onze troepencorpsen te slaan of af te snijden, of tot een terugtocht en het prijsgeven van Batavia te noodzaken. Dewijl, zooals bekend is, tegen het binnenkomen tot Batavia langs en bezijden het gewoon kanaal strandbatterijen bestaan, die met de bat terijen, ten oosten tot Antjol en ten westen tot Angkeh tot de strand- verdediging bij Batavia bestemd zijn, zoo is het dan ook noodig, dat de officieren van het garnizoen bekend zijn met de ligging dezer werken en de wegendie derwaarts leidenvan uit Weltevredenvan de oude stad Bataviavan Meester-Cornells, zoomede met de communicatie der batterijen onderling, alsmede met het geheele terrein in en achter deze positie. Belangrijk is het dus, ook te kennen de beste toegangen van af de bijna aan het zeestrand evenwijdig loopende wegen, die Antjol en Ang keh met de oude stad Batavia verbinden, tot aan het strancl; te weten, waar die strook gronds langs het strand begaanbaar is; welke gedeelten als onbegaanbaar, bij aanval slechts geobserveerd behoeven te worden; hoe het gesteld is met de diepte en bodemtoestand van de daar gelegen groote vischvijvers en andere watervakken; hoe het doordringen van een vijand, die, niettegenstaande de verdediging, aan wal gekomen is nabij, of tusschen, of buitenwaarts van de vleugelbatterijen, belet, of met beduidend verlies bij den vijand belemmerd kan worden; of een vijand, Genaamd het Waterkasteelde Welkomstbatterij de batterij het Loo. Fort Antjol en de batterij Moewara Antjolde batterij Moewara Baroe (nabij (le stad, schuins achter de batterij het Loo) en de batterij Angkeh.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 355