35Ö Bij een bataljon, dat b. v. met 360 man uitrukt, zal men, bij zes divisien, rekenende ook op een honderd man kader en muziek, bij zulk eene indeeling eene frontlengte hebben als bij een bataljon, sterk 440 man. Formeert men echter vijf divisien, waartoe ook minder kader noodig is, dan zal bij zoodanig eene indeeling worden voorgesteld een bataljon van circa 500 man. De vaandelwacht moet altijd, ook in het 2C gelid, compleet zijn. Het is wijders wenschelijk, per sectie een even aantal manschappen in het 1e gelid te hebbennoodzakelijk is het echter niet. Men kan bij deze formatie ook met verdubbelde rotten marcheeren (C)en ook de groepen afdeelen als of het 2e gelid present was. De middengroepen in elke sectie zijn dan feitelijk slechts 2 man sterk, doch handelen als of zij 4 man sterk waren. Bij het verspreiden dient men dan echter den afstand dei- groepen niet grooter te nemen dan 12 of hoogstens 16 passen. (Zie fig. 2.) Indien men den soldaten uitlegt, dat zij zich moeten voorstellendat het 2C gelid present is, en zij maar eenvoudig hebben te handelen volgens het reglement, dan zal bij die bijzondere indeeling geene verwarring ontstaan. Iiet indeelen van het bataljon op die wijze kan spoedig gaan, indien het eerst op de gewone reglementaire wijze wordt af- en ingedeeld, en men vervolgens met sectiën rechts de colonne formeert, of dat men de even divisiën een pas of 10 laat voorwaarts gaan, om dan in elke sectie de frontlengte op de aangegeven wijze te vermeerderen, waarna de orde van bataille kan worden hersteld, of dadelijk worden afgemarcheerd, gaande weg de distantiën nemende, of zooals de bataljonscommandant het beste zal oordeelen. Ik heb de eer, U Hoog Edel Gestrenge te verzoeken, nu en dan bij de exercitiën dezen maatregel toe te passen. De Commandant der 1° militaire afdeeling op Java (w. g.) "Whitton. III. Nota aan de bataljonscommandanten. Batavia14 September, 1867. Bij de exercitiën in de Liniesehool geldt, dat wanneer de bataljons op pelotons (of sectie) distantie in colonne zijn geformeerd, de aldus gesloten bataljons die formatie bij de bewegingen behouden, zoo lang niet anders bevolen wordt, of eene andere formatie het reglementair gevolg moet zijn van eenig commando. Voor eene gelijke opvatting van het reglement dient de volgende toelichting Op 86. „Indien de bataljons op pelotons (of op sectie) distantie in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 362