381 sche militairen in Indiê bedroeg v/m. 1832 t/m. 1844, 8,10 pCt., zooals uit den ondervolgenden staat blijken kan Yolgens de sterftestatistiek van het Indische leger, gepubliceerd op pag 002 en volg., deel I, van den vorigen jaargang van dit tijdschrift, bedroeg de percentsgewijze ver leger over dezelfde jaren 1832 1833 1834 1835 1830 1837 1838 1839 1840 - 1841 1842 1843 1844 ouding bij de Europeanen van het 7,31 8,18 7,98 7 99 10,53 12,73 11.29 10.30 13,05 9,58 8,11 8,15 5,66 Van 1845 t/m 1849 bezitten we geene cijfers van de sterftesta tistiek der Afrikanen. Daarentegen wel v/m 1850 t/m 1879. Uit de hierboven genoemde statistiek toch putten we, dat de percentsge wijze verhouding der sterfte was v/m 1850 t/m 1869: I. Java en Madoera I °P kustPkatsen: gemid- 20,75 pCt. b. binnen 's landsS deld 3,34 II. Buitenbezittingen, bij benadering2,17 Jaren. Sterkte. Sterfte. Verhou ding. Jaren. Sterkte. Sterfte. Verhou ding. 1832 43 1 2,3 pCt. 1839 1355 160 11,4 pCt. 1833 42 3 7,1 1840 1477 110 7,4 1834 39 4 10,2 1841 1555 143 9,1 1835 34 1 2,9 1842 1611 137 8,5 1836 97 15 15,4 1843 1461 76 5,2 1837 677 75 11,07 1844 1352 72 5,3 1838 1080 112 10,3 O ■Cf op oT <D T3 CD bD

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 388