389 In de eerste plaats is het evenwel noodig, dat er een goed straf wetboek worde samengesteld, waarin alles kort en duidelijk vermeld behoort te zijn, terwijl de verschillende artikelen niet voor meervou dige uitlegging vatbaar moeten wezen. Mij dunkt, dat een dergelijk wetboek alle officieren in staat zal stellen 0111 de wet te kennen niet alleen, maar ook om haar rechtvaardig toe te passen. De belang rijke betrekking van auditeur-militair moet in elk geval worden op gedragen aan rechtsgeleerden, die eene veeljarige ondervinding op rechtskundig gebied bezitten. Hij zou daarwaar het op rechtsge leerdheid aankomt, zeker betere inlichtingen kunnen verschaffen dan iemand van weinig ervaring, zoo als velen die deze betrekking bekleedden. Het zij mij vergund, enkele mijner aanmerkingen tegen het concept hieronder aan te stippen. In het eerste hoofdstuk van het ontwerp onderscheidt de schrijver drie categoriën van personen, die aan het militair wetboek onderwor pen worden: 1. Alle personen, die tot t leger behooren, d. w. z. de personen, vermeld in artikel 2. 2C Alle personen, die in tijd van oorlog aan de krijgswetten on derworpen zijn, vermeld in artikel 3. 3e De personen, tot de Marine behoorende, voor zoo lang zij aan den wal gemeenschappelijk met het Leger dienst doen, vermeld in artikel 4. Door deze verdeeling wordt de gewenschte kortheid met verkregen. Trouwens, nadat reeds in de artikelen 2, 3 en 4 vermeld wordtwie onder het bereik der militaire strafwet vallen wordt in artikel 5 nog gezegd, op welke bijzondere personen die wet niet van toepassing is. Dat de duidelijkheid en juistheid door die verdeeling niet verhoogd worden, is niet tegen te spreken. Art. 6 luidt: „Voor zoover door personen, tot het Leger be hoorende, misdrijven worden gepleegd, welke niet tot de militaire dienst betrekkelijk zijn, zullen zij deswege voor den burgerlijken rech- toi moeten terechtstaan. De personen, tot de Marine behoorende, zullen, voor zoolang zij aan den wal gemeenschappelijk met het Le ger dienst doen, bijgevolg voor den militairen rechter terechtstaan, indien zij zich schuldig gemaakt hebben aan de misdrijven, bedoeld in artikel 6.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 396