403 -
maar (le tegenwoordige zijn zóó sterk, dat zij wel eene verzwaring der
lading kunnen weerstaan.
Nog teeken ik aan, dat bij het kartetsscliot de vernielende kracht
op het affuit hij gelijke lading geringer is dan bij de puntprojec-
tielenaangezien het buskruitgas moer gelegenheid heeft, naar voren te
ontsnappen, en de elevatiën over het algemeen geringer zijn. Het zijn
juist de liooge elevatiën, die onze blokaffuiten knakken. Ik acht het dus
verkeerd, zooveel notitie te nemen van het bezwijken van een enkel
bergaffuit en houd mij overtuigd, dat het een doelmatig vermeerderen der
buskruitlading voor het toch zoo zeldzaam voorkomende kartetsschot best
zal kunnen doorstaan.
In de zestiende alinea zegt de Kapitein V. II. P.„Doch volgens onze
meening is de theorie van den schrijver minder juist, daar het buskruitgas
enz." M.i. zou deze mijne juistheid wrakende volzin zelf juister zijn,
wanneer die aldus gesteld ware: „Doch volgens onze meening wordt de
theorie van den schrijver bij de getrokken vuurmonden gewijzigd, daar
het buskruitgas niet alleen op den bodem, maar ook door de trekken
heen op de bus zal werken, en deze gezamenlijke krachten zullen trachten,
de kartets te verbrijzelen." Zóó heb ik er vrede mede, maar acht dan ook door
deze storende omstandigheden niet het minst aan de gevolgtrekkingen,
waartoe mijne theorie mij leidde, ontnomen. Dat de zwavel soms met
de kogels eene compacte massa blijft vormen, is zeker waar, maar pleit
dit tegen mijne theorie?
Yerder zegt de Kapitein V. H. P. in de achtste alinea„De resulta
ten (met deze kartetsen met lossen bodem en van zwavel voorzien) waren
zoo weinig bevredigend, dat er geene sprake van kon zijn om deze
projectielen in te voeren". Deze resultaten van door den Kapitein V. II.
P. genomen proeven doen bij mij de vraag rijzen of de zwavel de eene
maal niet soms eene geheel andere rol speelt dan den volgenden keer. In
de artillerie-techniek van Kuijck, die hierover uitvoeriger is dan de leerboe
ken van Seijffardt en Van Peschleest mendat de zwavel na stolling geheel
verschillende eigenschappen heeftnaarmate zij onder hoogere of lagere
temperatuur gesmolten en plotseling of langzaam bekoeld is. Zou hierin
of in het vermengen met eene andere stof niet het middel kunnen ge
vonden wordenhare broosheid te vermeerderente belettendat zij zich
tot eene zóó samenhangende massa met de kogels vastzet? Eene quaestie
m. i. wel der moeite waardaan een onderzoek te worden onderworpen.
Zeer zeker zal in Inclië (vooral tegen Inlandsche vijanden) van het
kartetsschot meer worden gebruik gemaakt dan bij Europeesche legers.