404
Van daar, dat men de kartetsen een zoo aanzienlijk onderdeel van de
uitrusting onzer bergbatterijen heeft doen uitmaken; 72 kartetsen tegen
een gelijk getal granaatkartetsen en 216 granaten.
Bij do Europeesche legers wordt reeds de twijfel geopperd of zij nog
wel noodig zijn. In Nederland maken zij bij de veld-batterijen het -J-
van het aantal projectielen der uitrusting uit, in Duitschland het 7'ff, in
Frankrijk het Jff. (Zie „Het hedendaagsclie gevocht" door den Kapitein
van den Genei-alen staf W. Rooseboom. De Vlaming stelt de uitwerking
van eene geheele batterijdie met kartetsen vuurt, achter bij die van één
peloton tirailleurs.)
Zou het dus geene overweging verdienen om in geval het vervaardigen
van eene goed werkende kartets (een den vuurmond zoo beschadigende
projectiel) voor den 8cm Berg en later voor het stalen achterlaad bergkanon
op onoverkomelijke bezwaren blijft stuiten, te trachten, de buis der gra
naatkartets in te richten voor het springen van dat projectiel, welks
springlading toch zoo groot niet is, op nog kortere afstanden? Door
proeven is zeer goed uit te makentot op welken afstand dit nog zonder
bezwaar geschieden kan. Om dan eene granaatkartets onmiddelijk bij
de hand te kunnen hebbenzou men haar eene bergplaats aan het affuit
kunnen geven. Hare moreele en materieele uitwerking tegen een op-
dringenden vijand zal die van de kartets verre overtreffen.
J. L. Swart,
le Luitenant der Artillerie.