425
liet beste vergelijken met die der legerbenden in de middeleeuwen in
Europatoen aldaar het leenstelsel heerschte. Onderlinge samenwer
king bestond toen en bestaat thans onder onze vijanden alléén, zoo
lang allen het eens zijn; van eigenlijke krijgstucht, zooals wij die
begrijpen, is geene sprakevan gemeenschappelijk handelen op bevel
van één algemeen hoofd evenmin; partieele benden voeren den strijd,
ieder onder haar eigen hoofd; en 't is meer geluk dan wijsheid, wanneer
die verschillende hoofden elkander goed begrijpen en in overeen
stemming handelen. Is de moreele indruk, teweeggebracht op volgens
hedendaagsche wijze georganiseerde en gedisciplineerde troepen, door
het in hun rug verschijnen van vijandelijke troepen reeds zeer groot,,
op de benden waaruit onze Tnlandsche vijanden zijn samengesteld,
moet die nog véél grooter zijn.
3°. De wijze, waarop de Inlandsche vijand zijne position bezet en
verdedigt. In den Atjelischen oorlog toch is herhaaldelijk gebleken,
dat die positiën niet, zooals dat bij hedendaagsche geregelde legers
geschiedt, door bepaalde aangewezen afdeelingen bezet en verdedigd
wordenslechts eene kleine afdeeling houdt doorloopend in die posi
tiën de wacht; de hoofdmacht houdt zich meer achterwaarts op in de
naburige kampongs. Eerst als bij ons oprukken het alarmsignaal
klinkt, komen de verdedigers van alle zijden opdagen om den aan
valler het hoofd te bieden. Plaatst men zich nu op den weg, van
waar die verdedigers moeten komen, dan belet men hun de positie
te bezetten, en het spreekt wel van zelf, dat de kleine wacht, niet
in staat aan de overmacht het hoofd te bieden en de hulp niet ziende
opdagen, waarop zij rekent, al spoedig het hazenpad kiest
Omtrekking en wel het bedreigen van 's vijands terugtochtsweg
is, naar onze innige overtuiging, het eenige middel om aan onzen
Inlandsclien vijand met de minste verliezen zijne positiën te ontnemen,
en wij betreuren het, met den Kapitein Boreldat de operatiën niet
van den beginne af aan daarheen geleid zijnwant wij houden het
er voor, dat de Kapitein Borel met zijne meer Europeesche uitdruk
king berenning bedoelt, wat wij door omtrekMng verstaan, zooals ze
onder anderen werd toegepast bij Djagaraga.
Zoowel uit het werk van den Généraal Van Swieten als uit de
brieven van den Heer Nicloumoet worden afgeleid, dat er destijds