429
linie in aanmerking genomen, niet wat veel troepen in liet gevecht
heeft gebracht, die, juist omdat ze zich niet konden deploieerenden
aanval hebben moeten doen in vrij diepe colonnes en daardoor zei
ven weinig geweren in het gevecht brengendeveel meer verlie
zen leden door het vijandelijk vuur dan het geval zou zijn ge
weest, indien de slaglinie minder diep ware geweest. Hier staat
tegenoverdat het moreel van den troep bij den stormaanval
verhoogd wordt, wanneer men in de voorste slaglinie weet, dat
eene tweede linie ter ondersteuning volgt. Geen ooggetuige van
deze operatie geweest zijnde, moeten wij ons oordeel daarover op
schorten maar stippen het denkbeeld alleen aan ter overdenking van
hen, die een werkzaam aandeel aan dit gevecht namen.
Na de bemachtiging van de Mesigit heeft zonder twijfel het plan
bestaan om den Kraton door een geregeld beleg te doen vallen, en
heeft men zelfs een begin van uitvoering aan dat plan gegeven.
De feiten, door den Heer Niclou vermeld, leveren daarvan
het bewijs. Het is zeer te betreuren [hier zijn we het met den Heer
Borel eens| dat na de bemachtiging van de Mesigit niet onmiddelijk
tot de omtrekking van den Kraton is beslotenen men daartoe
eerst ter elfder ure is overgegaannog wel nadat Toekoe Neq den
Generaal Van Sivieten daartoe den raad had gegeven. Het pleit
niet voor het beleid van den opperbevelhebber noch van dat van zijn
staf, dat met dergelijken rationeelen raad Toekoe Neq moest komen, altijd
aannemende dat de bewering van den Heer Niclou juist is. Hij
had, dunkt ons, beter gedaan, dit feit te verzwijgen.
Hoe het mogelijk isdat men er aan heeft kunnen denkentot
het bemachtigen van den Kraton zijne toevlucht te nemen tot het
tijdroovende geregeld beleg, dat in onze geheele Indische krijgsge
schiedenis nog nimmer tot eenig resultaat heeft geleid, is moeilijk
te begrijpen. Het is gelukkig, dat men dat aanvankelijke plan heeft
laten varen en onze troepen niet aan eene bestorming van den
Kraton heeft gewaagd, die noodzakelijk het laatste bedrijf van dat
geregeld beleg had moeten zijn. Het is daarom gelukkig, dat er
Bladz. 72 en 96.
Bladz, 72.