438
dat Atjeli, waai' voortdurend een zeer groot gedeelte van het veld
leger (somtijds daarvan) nagenoeg aanhoudend met den vijand
in aanraking was, dikwijls is verstoken geweest van officieren van
den Generalen staf, en hun aantal nimmer meer dan 2 is geweest.
Zoo ergens, dan was daar werk te over voor den Generalen staf,
veel meer dan op de afdeelingsbureaux eu in de militaire commandemen-
ten. 't Zou volstrekt geene overbodige weelde zijn geweest, indien in
Atjelo voortdurend een behoorlijk georganiseerd stafbureau had be
staan, geheel afgescheiden van het gewone afdeelingsbureau. Er
bestond wel nu en dan iets, wat er op geleek, maar 't was het ware niet;
ten minste volgens onze opvatting
Omtrent 2e zij aangeteekenddat wanneer wij hier spreken van
een transport/park wij dan al dadelijk eene verkeerde uitdrukking
gebruiken; een eigenlijk transportpark bestaat er niet, behalve bij het
wapen der Artillerie, dat echter, waarom is ons niet recht duidelijk,
niet voor algemeene transporten wordt gebezigd. Het moet erkend
worden, dat op de meeste terreinen dit transportpark niet bruikbaar
is, maar toch zijn er in Atjeli wel tijden geweest, dat men er zeer
veel nut van had kunnen trekken. Wel is dit laatste eene enkele
maal beproefd, maar een weinig tegenspoed maakte daar spoedig een
einde aan, waarschijnlijk omdat de wil ontbrak om het met den
noodigen ernst te beproeven.
In het algemeen echter zullen bij onze oorlogen geene andere
transportmiddelen kunnen worden gebezigd dan menschen. De sa-
wahterreinendie men nagenoeg overal aantreft, zullen steeds eene
onoverkomelijke hinderpaal in den weg leggen aan het gebruik van
andere transportmiddelen, als paarden, muildieren, olifanten, voer-en
vaartuigen.
Slechts in de latere perioden van den Atjehschen oorlog heeft men
gedeeltelijk met laatstgenoemde middelen in de transporten voorzien;
menschen bleven echter altijd het hoofdelement.
Niet in al zijne denkbeelden over den Generalen staf mogen we den geaoliten
schrijver volgen, vooral niet in hetgeen men verstaan moet onder de vredeswerkzaam-
Jteden van den staf; welk een onmetelijk veld, vergeleken bij Europeesche
Eedactie,