445 zaak kan hebben dan of het geven van onvoldoende orders of het verkeerd opvolgen van behoorlijke orders of hot samentreffen van beiden; alles alweder het gevolg van gebrekkige werking van den staf en onvoldoende geoefendheid der troepen, zoowel van bevel voerders als minderen. Ware men er in geslaagd, de omtrekking te volbrengen, toen de Kraton en de overige werken nog bezet waren, zoo zou er zeker veel bloed gevloeid hebben, maar do verdere loop van den oorlog zou dan naar alle waarschijnlijkheid geheel anders geweest zijn dan thans. Wat men echter van de operatiën tot aan den val van den Kraton moge zeggen, zoo lang geen geregeld verhaal het licht ziet van al de opeenvolgende gebeurtenissen, zal het voor hen, die deze operatiën niet bijwoonden, onmogelijk zijn, zich van een en ander eene volkomen juiste voorstelling te maken. De over den Atjelnschen oorlog verschenen geschriften werpen wel eenig licht over de zaak, maar geen enkel is uitvoerig genoeg; allen laten nog veel te raden'en te gissen. Voorzeker was het nemen van den Kraton na het échec der le expeditie een hoogst moeilijk vraagstukniemand zal het ontkennen het moest echter worden opgelost, en het is verklaarbaar, dat de Generaal Van Swieten met groote voorzichtigheid zijn doel zocht te bereiken, te meer, omdat wij venneenen, te moeten aannemen, dat die Generaal genoegzaam alleen stond en zeer weinig steun vond in zijne omgeving, of liever dat hij dien steun in 't geheel niet heeft gezocht. Met den eersten, met wien de opperbevelhebber raadplegen kon, den 2en bevelhebber, was hij het al in het begin niet eens; en het maakt op ons den indruk, dat toen dit reeds in het begin der operatiën bleek, er later van onderling overleg geene sprake meer is geweest, maar de een eenvoudig beval en de ander gehoorzaamde, (f) 't Is zéér te betreuren, dat beiden niet meer zelfverloochening heb ben betoond, dat de eerste zijn trots niet ter zijde heeft gesteld en Indien men expeditiën organiseert, zal men verstandig doen, daarbij geen tweeden bevelhebber in te deelen. Een tweede bevelhebber is in eene onmogelijke, positie geplaatst, door dat hij tusschen zich en den opperbevelhebber den chef van den staf heeft. Volkomen overeenstemming tusschen drie personen is daarbij zelden te verkrijgen. Redactie. (t) ?,De Waarheid," pag. 248.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 452