446 den tweede de gelegenheid gegeven om zijn stelsel, dat met dat van den opperbevelhebber verschilde, behoorlijk logisch in elkander te zetten en daarna zeil niet ernst het voor en tegen te overwegen. Het valt te betreuren, dat de tweede zelfs niet ongevraagd zijn advies heeft gegeven, op deugdelijke gronden gebaseerd, maar dat hij zich na eene eerste afwijzing heeft vergenoegd, met alleen de uitvoerder der gegeven bevelen te zijn. Wat zou de uitslag anders zijn geweest, indien die beide Generaals als mannen hunne menschelijke zwakheden hadden ter zijde gesteld en alleen het belang van het Vaderland in het oog hadden gehouden; zij hebben ons jongeren in dat opzicht geen schitterend voorbeeld gegeven; laten wij er ons aan spiegelen en er ons voor wachten, wanneer het Vaderland onze diensten vraagt, in hetzelfde euvel te vervallen. Omtrent den tweeden persoon, die don opperbevelhebber ter zijde stond, den chel van den stal, wordt door geen der schrijvers over den Atjehschen oorlog veel belangrijks gezegd; hij schijnt of eene zeer lijdelijke rol te hebben gespeeld ol in allen deele homogeen mot den opperbevelhebber te zijn geweest; noch het een noch het ander is gewenscht in een chef van den staf. ("j") Ieder mensch, hoe bekwaam De geschiedenis is geschreven om ook door staatslieden beoefend te worden. Bestond er overeenstemming- tusschen de veldheeren van Alexander den Groote en de Maarschalken en Generaals van Xapoléon 1, tusschen Davout, Bernadolte, MoreauNet/, Murat en Berthier De schuld van alles rust op den Minister Fransen van de Puttedie de combinatie in liet leven riep en Loudon eene belofte liet breken. Redactie. Hier betreedt de geachte schrijver een terrein, waarop wij hem zouden kunnen maar niet mogen antwoorden. Dat terrein behoort niet ons, maar den Generaal I erspijck toe, wien wij de eer hadden, gedurende de roemvolle tweede Atjehsche expeditie als adjudant te dienen. Redactie. (f) Wij zijn dit niet met den geachten schrijver eens. Als homogeneïteit het gevolg is niet van lijdelijkheid, maar van eerlijke overtuiging, en de Generaal De Neve heeft gedurende de vier jaren van zijn legercommando, toen wij bij zijn kabinet ge plaatst waren omtrent de politiek van Generaal Van Sivieten dezelfde overtuiging als in 1873 en 1874 gehad, achten we haar een voordeel van onschatbare waarde. Sa- memoerking tusschen den chef van den staf en den opperbevelhebber kan slechts gewenscht als zij altijd is vruchtbare resultaten hebben, wanneer zij niet gedwongen is, maar uit volle overtuiging geschiedt. Redactie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 453