455
was; toen men er kwam en nog geruimen tijd later, bleek daarvan
hoegenaamd niets!
In Groot-Atjeh trachtte men in dat jaar het zuiver verdedigende
stelsel in zijn vollen omvang toe te passen, doch te vergeefs, getuige
de aanval op Biloel-zuid in Maart van dat jaar en andere gebeurte
nissen, waaruit duidelijk bleek, dat indien wij al geneigd waren, den
krijg te staken, de vijand daar volstrekt geen plan op had, maar integen
deel voornemens was, van elke verslapping van activiteit bij ons gebruik
te maken om op nieuw krachtig op te treden.
Maar al te duidelijk bleek dit bij de gebeurtenissen in het begin
van 1878. Nadat het stelsel Pelvoor zoover men het kende, was
voltooid, nadat men onze stelling in Groot-Atjeli volkomen meende
verzekerd te hebben, en de kuststaten door de toegediende gebrek
kige tuchtigingen den lust meende te hebben benomen, zich verder
met ons te meten, dacht men er aan, het systeem Van Swieten thans
in vollen omvang en met al zijne consequentiën door te voeren, en
ten tweeden male beging men de fout, door Generaal Van Swieten in
eerste instantie begaan, oin op een ontijdig tijdstip de troepenmacht in
Atjeh te verminderen en, even als hij, die de onderwerping van Atjeh op
papier decreteerde, thans op papier den vrede te proclameeren.
Nauwelijks kon de laatste gebeurtenis in alle hoeken van het
groote Atjehsche rijk bekend zijn geweest, toen reeds allerwege de
gevolgen zich openbaarden en de woelingen in de kuststaatjes, die
in onze oogen in nauw verband staan met elkander en met den kort
daarop gevolgden inval van Habïb Abdoel llachrnan in het door
ons bezette gebied, ons noodzaakten, de kleine mobiele macht, die
gelukkig nog aanwezig was, aan te wenden om die woelingen den
kop in te drukken.
Wij kunnen de overtuiging niet van ons werpen, dat het wel degelijk
de bedoeling des vijands is geweest, ons te gelijk van alle zijden
aan te grijpen en te vernietigen. Dat dit niet gebeurde, zoo als
hij het wenschte, moet alleen aan gebrek aan organisatie bij hem
en geluk aan onze zijde worden toegeschreven. Indien de troepen
niet op het juiste tijdstip van Gedoeng waren teruggekeerd, was mins
tens onze stapelplaats te Oleh-leh eene prooi der vlammen geworden,
om niet te spreken van wat verder had kunnen gebeuren. Dat de vijand