461
velhebber bij ook was, waar bet geldt een opgedragen last, hoe
moeilijk ook te volvoeren, tocli die boogere ontwikkeling en breede
opvatting miste, zoo noodig voor den opperbevelhebber. Zijn weifelen
om met kracht van redeneering te betoogen, dat het hem opgedrongen
stelsel onuitvoerbaar was, zijn schipperen om het schijnbaar in practijk
te brengen, maar het feitelijk te laten varen; de hardnekkigheid,
waarmede hij verkoos, steeds eigen inzichten te volgen, het feit dat
hij zelden raadpleegde met. zijne omgeving, ja zelfs nimmer zijne
plannen blootlegde, zoodat, toen hij plotseling stierf, eigenlijk nie
mand juist wist, wat er verder gebeuren moest, zijn zoo vele be
wijzen, dat ook voor hem de opgelegde taak te zwaar was, ook
al was hij er misschien heter voor berekend dan een zijner tijdgenooten.
Dat men echter te Batavia zóó weinig kennis had van Indische
toestandendat men ook daar, in staat om do gebeurtenissen buiten
eenige pressie te beschouwen en overdenkeneen oogenbiik de illusie
heeft kunnen deeleu om door die bentingreeks aan Groot-Atjeh allen
toevoer te ontnemen, is ons onbegrijpelijk. Yoor den Inlander toch
is geene enkele kust, tenzij ze uit steile rotsen bestaatongenaakbaar,
en afstanden lege hij af met een gemak en binnen een tijdsverloop,
waarover we ons terecht verbazenterwijl de handel in de Straits
steeds bereid was om den Atjeher van het noodige te voorzien.
Het stelsel Pelonder den drang der omstandigheden uit het stelsel
Van Swieten voortgekomen, heeft in Atjeh evenzeer fiasco gemaakt
ook alweder, omdat het op onlogische redeneeringen gebaseerd was.
En toch had het misschien op den langen duur de zaak ten einde
gebracht, als men in het begin in de details meer rationeel ware te
werk gegaan en dezelfde stelselmatigheid had betracht, die in de
latere periode daarin op te merken is.
De emplacementen van de bentings in de liniën der tweede periode
zijnop enkele uitzonderingen naveel beter gekozen dan die in de
liniën der eerste periodezoodat dan ook werkelijk de daarstelling
van de latere liniën in zooverre goede uitkomsten heeft opgeleverd,
dat onze stelling Kotci-Radja Oleh-leh geruimen tijd zich in eene
rustige rust heeft mogen verheugen, en die rust. waarschijnlijk zou
hebben voortgeduurd en wellicht eenmaal volle vredestoestand zou
geworden zijn, als men zich niet in slaap had laten wiegen en weder