463 Als voorbeeld onder velen noemen wij het drietal bentings in den kleinen kampong Lohonrjwaar men eerst ontdektedat de bentings in elkanders onmiddelijke nabijheid lagen, toen de schoten van de eene in de andere terecht kwamen. Dat zulke zaken konden plaats hebben, is alweder een bewijs van de minder goede werking van den Staf. Als die uit zijne oogen gezien hadzouden dergelijke flaters niet hebben kunnen gebeuren, die natuurlijk altijd worden toegeschre ven aan gebrek aan terreinkennis, ondoordringbaar struikgewas en meer dergelijke fraaie argumentenmaar die eigenlijk het gevolg zijn van gebrek aan activiteit. Wij zijn in de gelegenheid geweest, kennis te maken met West-, Midden- en Oost-Java, maar we hebben nergens zulke uitgestrekte sawahvlakten aangetroffen als in Atjekde kaart doet dit trouwens zien. Wij erkennen, dat het moeilijk was, door den ijzeren muur heen te brekendie Pelna het vertrek van Generaal Van S-wieten aan alle zijden omringde; wij begrijpen, dat men blijde was als men er in slaagde, dien muur voor een oogenblik te openen en den vijand terug te dringenmaar daarom juist had men zich moeten bepalen tot eene stelselmatig afgebakende goed aaneengesloten linie op korten afstand van Kota Radja en den gemeenschapsweg naar zee gelegen, bestaande uit zeer kleine, volkomen stormvrijesterkten met eene sterke mobiele macht in den Kratongereed om overal den vijand, waar hij pogingen mocht aanwenden, die linie te forceeren, met kracht terug te dringen. Dat stelsel had door Generaal Van Swieten na het nemen van den Kraton in practijk kunnen worden gebrachthij had daartoe de handen vrijen de toepassing van zijn systeem zou er misschien mo gelijk door gemaakt zijn. Wat voor Van Swieten met de hem ter De drie bentings Lohong werden in April 1875 opgericht, toen, meen en wij, de Luite nant-Kolonel Wiegatul chef van den staf was. Wie daartoe eigenlijk den stoot gaf, weten wij niet. Zoo het de Generaal Pel zelf was, moet niet uit het oog* worden verloren dat hij zoo als zij weten, die hem gekend hebben moeilijk van eene eenmaal op gevatte opinie was at te brengen. Ter voorkoming van verkeerde oordeelvellingen en gevolgtrekkingen, hebben we het noodig* geacht, deze aanteekening te stollen. Redactie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 470