468 zekerd te zijn, moet die breed en ruim worden opgevat en uitgevoerd en niet op de bekrompen wijze, zooals op het oefenings- en het ge- veehtsveld doorgaans de zoogenaamde omtrekkende bewegingen ge schieden. Daar men zich in vredestijd niet gaarne vermoeit en liefst zoo min mogelijk over de zaken nadenkt, laat men het er maar op aankomen en denkt, dat het wel van zelf zal gaan; maar de treurige werkelijkheid doet het weldra anders ondervinden, en dan maakt de overschatting van eigen kracht in het begin weldra plaats voor overschatting van de kracht des vijands met al de gevolgen, daaraan verbonden. Hoogst opmerkelijk zijn in den Atjehsclien oorlog voortdurend over schatting en geringschatting hand aan hand gegaan. Overschatting van de kracht van het woord in proclamation, brieven, contracten, enz., enz. naast geringschatting van de moreele kracht des vijands en van zijn wil om zich te verzetten. Geringschatting van onze kracht om handelend op te treden naast overschatting van de militaire waarde des vijands. Nimmer heeft de vijand aan ons geschrijf eenige waarde gehecht en nergens heeft men daarvan ooit eenige goede resultaten gezien. Waar dit wel het geval was, daar waren ze het gevolg van door den vijand geleden nederlagen. Hoeveel ook aan ons leger nog ontbreekt, toch staat het in militaire waarde nog ver boven de benden des Inlandschen vijands. Bij goede voorbereiding en goede aanvoering is die vijand, ook in Atjeh, altijd geslagen, ook al zijn daarbij dikwerf meer offers gevallen dan bij meer geoefendheid het geval zou zijn geweest. Maar staken we onze beschouwingen, die geene bewijzen zijn en ons misschien eene nieuwe reeks brieven van den Heer Niclou op den hals zouden kunnen halen, met tal van officieele gegevens, die we toch niet weerleggen kunnen, maar die toch voor hen, die den gang van zaken van meer nabij hebben waargenomen, slechts eene betrekke lijke waarde hebben. Voor den oningewijde hebben die cijfers echter eene groote kracht. Reeds boven hebben we die betrekkelijke waarde van enkele op gegeven cijfers in het licht trachten te stellen; wij zullen dat nog eene enkele maal doen, daar het wel wat veel van de aandacht van den lezer zou gevergd zijn om alle cijfers van den Heer Niclou

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 475