471 moeilijk werk was; want, ook al wordt wel eens liet tegendeel beweerd, die kust is, althans voor Inlandersoveral genaakbaar. Wij zijn het echter met den schrijver niet eens, dat de opperbe velhebber der 2e espeditie en zijne opvolgers den goeden weg kozen, door de blokkade alleen te handhaven tegenover die staten, welke in hun verzet bleven volharden. Op die wijze was ze totaal nutte loos. Voor Inlanders bestaan zoo te zeggen geene afstanden, en wat voor ons zeer kostbaar zou zijn, het vervoer van de hier aan gevoerde goederen naar elders kost al zeer weinig in landen, op Inlandsche wijze autocratisch geregeerd. De bewoners der weerspannige staatjes waren meer vaderlander dan handelaar; de niet weèrspannigen waren de handelaars en zij zagen in, dat niet weerspannig zijn hun voordeel aanbracht. Een feit is het, dat het den vijand nimmer aan wapens of munitie ontbroken heeft, die van buiten werden ingevoerd; want nooit is overtuigend gebleken, dat de vijand die zelf vervaardigde. Slechts eene enkele maal is het ons gelukt, eene aanhaling van die aanvoeren te doen. Toen wij in Atjeli waren is o. a. een der schepen van den aannemer voor de voeding der Nederlandsche troepen betrapt op invoer van wapenen voor den vijand, maar daar men, zonderling genoeg, bij het sluiten van het contract met dien Nederlandschen aannemer had toegestaan, dat die schepen onder Engelsche vlag voeren, viel er zeer weinig aan te doen. De gezagvoerder bezwoer bij hoog en laag, dat hij er niets van wist; de aannemer maakte duizend ex cuses de boete werd betaalden de zaak bleef zooals ze was Hoeveel malen zouden die wekelijks varende schepen den vijand van wapens en munitie hebben kunnen voorzien, zonder dat het ontdekt werd? De voornaamste invoer had plaats over Pidirwaarvan de Radja ten volle vertrouwd werd die maar beweerde, dat hij er niets aan doen kon, tot dat men zelf de hand aan 't werk sloeg en in 't begin van 1879 een Gouvernements stoomer met een detachement militairen op de kust van Pidir liet kruisen, dat nu en dan moest landen en zoo mogelijk de transporten van wapens naar Groot-Afjeh oplichten maar resultaat had het natuurlijk niet. Wij hebben ons wel eens afgevraagd of de blokkade wel volkomen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 478