477 -
Hoogstdeszelfs orders af te wachten, zal de plaatselijke kommandant, naar
gelang der omstandigheden, te werk gaan.
44. Alle de voorgaande bepalingen zijn toepasselijk op den dienst in
tijd van oorlog, behoudens de volgende uitzonderingen:
1°. De plaatselijke kommandant kan alsdan behalve zijne gewone cor
respondentie met den kommandant der provincie, over zaken welke meer
spoed vereischen, ook met den kommanderenden generaal van de groote
militaire afdeeling corresponderen, en met den generaal-en-chef, wanneer
er zich een in de ommestreek der vesting mogt bevinden; alsmede met
het Departement van Oorlog, aan hetwelk hij als dan directe en dage-
lijksche rapporten verschuldigd is.
2°. De gewapende burgermagt is als dan onder deszelfs onmiddelijk
bevel.
3°. De civiele magten mogen zonder deszelfs goedkeuring, geene or
donnantiën van policie uitvaardigen, noch weigeren om zoodanige uit te
vaardigen, als hij, tot behoud der rust en algemeene veiligheid, zal noodig
oordeelen.
4°. De brandmeesters met hunne manschappen, spuiten en andere ge
reedschappen, zijn als dan onder zijne orders.
5°. De inspecteurs voor de administratie bij de armee aan de vesting
geattacheerd, moeten aan' alle orders van den plaatselijken kommandant
obtemporeren, welke tot het approvisioneren van dezelve betrekkelijk zijn.
45. In eene vesting in oorlogs-staat moet de civiele magt zich met
den plaatselijken kommandant verstaan, ten einde in geval van beleg,
binnen dezelve te doen komen, de noodige levensmiddelen voor de inge
zetenen en alles wat het platte land kan opleveren voor de behoeften van
het garnizoen en de verdediging der vesting.
46. De gouverneur of kommandant van eene vesting, welke in oor
logs-staat gesteld is, heeft de magt om wanneer het Departement van
Oorlog of de generaal-en-chef zulks bevelen, of wanneer de vijandelijke
troepen tot minder dan drie dagen marsch de vesting genaderd waren,
dadelijk en zonder nadere bevelen af te wachten uit dezelve te doen ver
trekken allo vreemdelingen, verdachte en nuttelooze lieden, alsmede om
werklieden, paarden, wagens, schepen, hoornvee, enz. binnen te laten ko
men, of het uitgaan derzeive te beletten; alsmede om alles te laten af
breken wat de bewegingen der troepen en het vervoer der artillerie bin
nen de vesting zoude kunnen verhinderen, en van buiten alles wat den
vijand tot bedekking of begunstiging zijner approches zoude kunnen die
nen.