478 47. Wanneer de troepen die in eene vesting leggen, tot het leger korps van eenen generaal-en-clief bekooren, zal deze liet garnizoen genoegzaam versterken, ten einde gezamenlijk met de gewapende burgermagt den dienst te verrigten, en op dat, in geval van beleg, het garnizoen toereikend zij om de vesting te bewaren. De generaal-en-chef zal niet dan uit krachte van eene bijzondere au torisatie, of in geval van de uiterste noodzakelijkheid, iets van het ap- provisionnement der vesting mogen gebruikenen wanneer de drang dei- omstandigheden hem daartoe mogt dwingen, zal hij het gebruikte zoo spoedig mogelijk aan de vesting, waaruit hij het genomen heeft, doen terug geven, en zal daartoe, vooral wanneer de vesting bedreigd is, alle mogelijke middelen aanwenden. 48. In oorlogs-staat zal de plaatselijke kommandantzonder bevel of permissie van den provincialen kommandantgeene detachementen verder dan een half uur van de vesting kunnen zenden, ten ware zulks nood zakelijk geworden was voor derzelver veiligheidzullende als dan zooda nige detachementen zoo zwak moeten zijndatal gingen zij verloren, de sterkte van het garnizoen daardoor niet merkelijk zoude verminderd worden. 49. De kommandanten van zoodanige detachementenzullen altijd voorzien moeten zijn van eene schriftelijke order, en in geval hun deta chement in twee of meerdere afdeelingen moest worden verdeeld, zullen zij voor elk dezer afdeelingen, eene bijzondere order moeten hebben, en zich als dan gedragen volgens de instructie dienaangaandete vinden in het reglement voor den Velddienst. Over de vestingen in staat van beleg. 50. De Souverein verklaart eene vesting in staat van beleg; echter, in die bijzondere gevallen, waarin het dreigend gevaar alle tijdverzuim zoude verbieden, of de communicatie afgesneden zijn, zullen de gene- raal-en-chefde generaals kommanderende de groote militaire komman do's, de provinciale en plaatselijke kommandanten, de vestingen in staat van beleg kunnen verklaren op hunne personele verantwoordelijkheid. 51. Al hetgeen in het voorgaande hoofdstuk voor de vestingen in oorlogs-staat is gestatueerdblijft in deszelfs volle kracht en wordt nog strenger toepasselijk gemaakt op de vestingen in staat van beleg. 52. Het bevel tot het in staat van beleg stellen eener vesting ééns uitgevaardigd zijnde, moeten de daartoe genecessiteerde maatregelen, met kracht genomenuitgevoerddoorgezet en niet opgehouden wordenvóél en aleer het eerneren van de plaats zal opgeheven zijn; en bijaldien

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 485