479 0 dezelve belegerd wordt, vóór dat de werken van den vijand zullen ge slecht en de geschotene bressen gesloten of in staat van goede defensie zullen hersteld zijn. 53. De gouverneur of kommandant. wordt als dan met de oppermagt bekleed over alle civiele en militaire autoriteiten. Hij regelt alles zonder iets anders in acht te nemendan zijne geheime instructiën en de operatiën van den vijand. 54. Hij roept eencn raad bijeen, bestaande uit de chefs der onder scheidene korpsenals leden, en uit den inspecteur voor de administratie bij de armeewaarnemende bij denzelven de functiën van secretaris om met denzelven dagelijks te raadplegen over zijne middelen van verdedi ging: in welken raad van defensie de eerste aanwezige officieren dei- artillerie en genie van regtswegezitting zullen hebben. 55. Buiten en behalven het journaal der operatiën van het beleg, hetwelk door den gouverneur of kommandant gehouden wordt, zal erbij den raad van defensie een register aangelegd worden van deszelfs delibe- ratiënen door eiken kommanderenden officier der respective korpsen een journaal, waarin dagelijks zullen geschreven worden alle de ontvangeno orders, de wijze hoe dezelve zijn uitgevoerd geweest en derzelver resultaat. 56. De artikelen 20 45 en 46 van deze instructie bepalen den Dit artikel is bij besluit van Z. M. den Koning, in dato den 26sten Maart 1815, N° 12, in zoo verre gealtereerd, dat de raad daarbij vermeld, zal zamengesteld worden, buiten den kommandant en seconduit de generaals-personendie actief in de vestingen zouden zijn geëmploijeerdde officieren, de genie en artillerie komman- derende, en de eerste in rang aanwezig zijnde officieren van de infanterie en kaval- lerie, benevens den officier van de administratie, welke te gelijk de functiën van secretaris waar zal nemen. (Noot van het Recueil Militair van 1815, deel I.) De plaatselijke kommandant moet de vesting welke onder zijn bevel staat, be schouwen als kunnende op het onverwachts aangevallen wordenhij moet dus in tijd van vrede zijn plan van dienst en verdediging beramenen de troepen van zijn garnizoen onderrigten van alles wat zij te doen hebben ingeval van alarmdaartoe zal hij volkomene kennis moeten dragen van het inwendige der stad of vestingvan derzelver situatie en omstreken tot op een kanonschot van de werkengebouwen en gronden, welke tot dezelve behooren; van de inundatiën en wijze hoe dezelve kunnen worden geformeerd, alsmede van het geschut, de munitiën en voorraad van allerlei aard, van de bevolking en van het getal weerbare manschappen en werklieden binnen de stad of vesting, met een woord van alles wat in geval van beleg bruikbaar en nuttig zijn kan; terwijl de burgemeester van zijne zijde verpligt is, om op deszelfs verzoek hem alle mogelijke elucidatiën te geven, welke hij zoude kunnen verlangen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 486