37 lonne worden ingedeeld, wanneer zich daarbij eene veldambulance bevindt. Ze moeten dus hoewel in gering getal in de formatie van de compagniën hospitaalsoldaten, afgescheiden van de organieke sterkte van hot gewone bedieningspersoneel voor do hospitalen, gevon den worden. Dit personeel tot compagniën hospitaalsoldaten te vormen, is dus eigenlijk de bedoeling niet. Eene compagnie hospitaalsoldaten moet zijn een corps militair geneeskundig hulppersoneel, met een ruim kader van korporaals en onderofficieren. Recruteering, oefening, uitrusting, vorming, bevordering, enz. van zoodanig corps behooren, met het com mando, tot den werkkring van den chef der Geneeskundige dienst, voor het administratief beheer bijgestaan door de Militaire adminis tratie. Die indeeling in compagniën der hospitaalsoldaten moet voor Indié geheel als eene administratieve worden beschouwd. Daaruit moet telkens, naar behoefte, voor elke expeditie worden geput. Recruteering der hospitaalsoldaten moet uit de valide, goed oppassende cn ontwikkelde elementen van het leger geschieden. Do voorwaarden om daarbij over te gaan, moeten daarom aanlokkelijk gemaakt worden. Bur gers, die in militaire dienst wenschen te treden, zouden de keuze mogen hebben, zich speciaal voor de hospitaaldienst te laten aanwerven. De ziekenverplegers en oppassers zouden zoo veel mogelijk ook uit valide militairen moeten bestaan, Europeanen cn Inlanders (alleen Javanen en Amboineezen). De formatie moet ruim zijn en op cenige reserve rekenen, om de hulp van tijdelijk personeel uit de bataljons Infanterie ten nadeele van do oefening van den troep geheel te kunnen missen. Do compagniën hospitaalsoldaten kunnen uit dezelfde nationaliteiten bestaan. De onderofficieren der Geneeskundige dienst moeten Euro peanen en mogen bij uitzondering Amboineezen zijn. De hulp-zieken dragers behoeven niet in de formatie der compagnie te worden op genomen en worden uit de combattanten en dwangarbeiders genomen. Daar wij gecne verhandeling schrijven over compagniën hospitaal soldaten, laten we hier de oefening, de uitrusting (het materieel) de bezoldiging en de bevordering van het personeel buiten beschouwing. Waarop moet echter de sterkte dezer compagniën gebaseerd zijn? De finantieele krachten van den Staat niet uit hot oog verliezende, moeten wij slechts zeggen op de sterkte van ons Indisch veldleger

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 48