486 ten, ofschoon het nog niet noodig ware de plaats in staat van beleg te verklaren, in al deze gevallen zijn de werkzaamheden en verpligtingen der Plaatselijke kommandanten geregeld bij de voorschriften, vervat in het III hoofdstuk hier na volgend. 53. Het in staat van beleg stellen heeft plaats bij een besluit des Kei zers, of door eene berenning, of door eenen aanval met openbaar geweld, of door eene verrassing, of door een inwendig oproer, of eindelijk door volks verzamelingen zonder de toestemming der plaatselijke regering, bin nen den kring van aanval der plaats. Ingeval van eenen regelmatigen aanval, zal den staat van beleg niet eerder opgeheven worden, dan na dat de werken van den vijand vernield, en de bressen in staat van verdediging zullen zijn gesteld. In al deze gevallen zijn de werkzaamheden en verpligtingen van de Plaatselijke kommandanten geregeld, bij de voorschriften in het IY hoofd stuk hier na gemeld. Hoofdstuk 111. Van den Staat van Oorlog. 91. In de plaats, welke in staat van oorlog is verklaard, wordt den dienst en policie aan dezelfde regelen onderworpen, welke voor den staat van vrede zijn vastgesteld, behoudens de uitzonderingen en wijzigingen hier na volgende. 92. In de plaatsen in staat van oorlog gesteld, zullen de nationale garde en de stedelijke wacht, onder het bevel van den Gouverneur of Kommandant overgaan, en de burgerlijke regering zal geene hoegenaamde policie verordening vermogen uit te vaardigen, zonder zich alvorens met hen te hebben verstaan, noch weigeren om de zoodanige af te kondigen, welke hij voor de veiligheid der plaats, of de openbare rust noodzakelijk mogt achten. 93. In alle plaatsen, welke in staat van oorlog zijn verklaard, zal de burgerlijke regering verplig't zijn, zich met den Plaatselijken kommandant te verstaan, over hetgeen in de plaats bijeen gebragt zal moeten worden, wanneer dezelve in staat van beleg mogt geraken, namelijk: 1". De noodwendige hulpbronnen tot onderhoud der inwooners en der nationale garde, en De hulpbronnen welke het land voor de militaire werken, en het benoodigde voor de bezetting kan aanbieden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 493