488 - magi met welke de Plaatselijke regering, tot behoud der rust en de policie is bekleed, geheel op den Plaatselijken kommandant overgaan, die zich daarmede zal belasten, of aan de regering zoodanig gedeelte daar van zal overdragen, als hij zal goedvinden. 102. De Gouverneur of Commandant zal deze magt uitoefenen, of in zijnen naam en onder zijn toezigt doen uitoefenen, in den omtrek welke bij het decreet is bepaald, en indien de plaats geblokkeerd is, in den kring van aanval. 103. In zake van alle misdrijven, welke den Gouverneur of den Kom mandant niet raadzaam mogt oordeelenaan de gewone regtbanken ter kennisneming over te laten, zal de post van regterlijke officier van policie, door eenen militairen provoost worden vervuld, zoo veel mogelijk uit de officieren der gendarmerie te kiezen, en de gewone regtbanken zullen door militaire regtbanken worden vervangen. 104. In staat van beleg zal de Gouverneur of Kommandant de dienst der troepen en der nationale gardemitsgaders die van alle burgerlijke en militaire autoriteiten bepalen, zonder andere regelen te volgen, dan zijne geheime instructiën, de bewegingen van den vijand en de werken der belegeraars. 105. De Gouverneur of Kommandant raadpleegt met de kommandanten der troepen, der artillerie en der genie, den inspecteur der monsteringen en den commissaris van oorlog, hetzij afzonderlijk, hetzij tot een raad van verdediging vereenigd. Dat ook deze, bij Koninklijk besluit van 23 September 1830, No. 48 uitgevaardigde en weder in herinnering gebrachte bepalingen niet volledig waren, valt spoedig op te merken. Eene vergelijking met de bij Koninklijk besluit dd. 18 November 1875, No. 9 gearresteerde Instructie voor Vesting- en Fort-kommandanten zal dien indruk bevestigen. Zij is uit 136 paragrapheu bestaande onder de lijvige en gedetailleerde instructiën te rangschikken, waarmede het leger niet zelden begiftigd wordt. Haar inhoud, dien we hieronder zullen mededeelen, is eene niet onverdienstelijke compilatie van al de vroegere op dit gebied uitgevaardigde bepalingen en deze hier en daar verduidelijkende en uitbreidende naar de behoeften van den tijd, volgens de tegenwoordige verhoudingen der verschillende staatsmach ten. Die inhoud bevat Zie „Recueil Militair" van 1875. In de „Beknopte Uitgave" [l3te stuk, 18131851] van het „Recueil Militair" komen deze bepalingen niet meer voor. Waarbij zijn ze ingetrokken?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 495