38
Meer durven wij niet te vorderen. Dat veldleger nu bestaat uit x
eskadrons -(- y batterijen -f- z X 4 compagniën. Volgens de Eu-
ropeesche eiscben rekent men op 1 compagnie, eskadron of batterij
1 onderofficier der Geneeskundige dienst. Per compagnie, eskadron
of batterij zouden wij, met liet oog op het groote verlies door ziek
ten te velde, 4 ziekendragers wenschen te hebben. Bij het Oosten-
rijksche leger telt men er 3, bij het Duitsclie meer. Ergo voor het
veldleger in Indië (x -j- y -j- 4 z) onderofficieren der Geneeskundi
ge dienst en 4 (x -f- y -j- 4 z) ziekendragers. Hierbij van ieder te rekenen
20/o meer voor genietroepen, staven en diensten. Hulp-ziekendragersdie
te velde dienst doen onder de bevelen van de officieren van Gezondheid,
moetenzoo als reeds gezegd is, uit de combattanten en dwang
arbeiders genomen worden. Veel onderricht en oefening kan men aan
deze individuen derhalve niet geven en daarom laten we dien eisch voor
Tndië varen. Hoeveel hulp-ziekendragers moeten echter per compag
nie, eskadron of batterij genomen worden? Bij het Duitsclie leger
is de verhouding van de ziekendragers tot de hulp-ziekendragers,
meenen wij, als 3f doch daar zijn de compagniën Infanterie b. v.
twee maal zoo groot als bij het Indische leger. Voor ons leger zou
die verhouding, met het oog op de ongeoefende hulp-ziekendragers,
niet grooter mogen wezen dan 11
Van de bij de compagniën hospitaalsoldaten in te deelen zieken
verplegers hebben we nog niet gesproken. In het Duitsclie leger rekent
men, per Sanitatsdetachementop evenveel ziekenverplegers als
ziekenoppassers (8). Ziekenoppassers bij de compagnie in te deelen,
achten wij niet noodig. Maar nu de ziekenverplegersWij rekenen
per bataljon, eskadron of batterij combattanten 1 en 2°/0 voor
genietroepen, staven en diensten.
Stellen we het Indische veldleger op:
18 X 4 72 compagniën Infanterie,
4 eskadrons Cavalerie en
4 batterijen Artillerie,
dan krijgen we dus:
(72 4 4) j— 2°/0 81 onderofficieren der Geneesk. dienst,
4 x (12 4 4) -f- 2°/0 -B 327 ziekendragers,
(18 j- 4 j- 4) -j— 2% 27 ziekenverplegers.