498
daaromtrent de handen geheel vrij had, en drongen dientengevolge aan
op de toezegging van het indienen eener wet, waarbij geheel het onder
werp van het in staat van beleg stellen wierd geregeld, en zoo bepaald
mogelijk de gevallen wierden omschreven, waarin de Regering voortaan
tot dezen maatregel zou vermogen over te gaan."
Daarop antwoordde het Ministerie:
„De in staat van oorlog en in beleg stelling van steden en sterkten
is thans bij het decreet van 24 December 1811 geregeld, en deze wet
is weder door de additionnele artikelen der Grondwet behouden."
„Het kan noodig geoordeeld worden, deze aangelegenheid nader bij
eene wet te regelen; maar dan is er ook geene bepaling in de Grondwet
te vindennoch omtrent het regt van vereenigingnoch omtrent de aan
wijzing der regtsmagt bij de wet, welke eene behoorlijke regeling van
dit onderwerp zoude in den weg staan."
Bij de debatten over het VIIIe hoofdstuk van het ontwerp der
Grondwet voerde de Heer L. D. Stormafgevaardigde uit Noord-
Brabant, het woord over het onderwerp, niet zoo zeer over de ei-
schen, waaraan eene goede wet op den staat van oorlog en beleg
moet voldoen, als wel over militaire willekeur en andere klanken.
Hij wilde Noord-Brabantwaar bijna alle steden in de eerste jaren
na 1830 en zelfs dorpen, waar garnizoenen uit vestingen lagen, zoo
als Vught en de plaatsen om Berg en-op-Zoom, de toepassing der be
palingen van het decreet van 1811 ondergingen en daarvoor na
1838 eene kleine schadevergoeding van p. m. 5 ton ontvingen, „te
gen den terugkeer van zulke geweldenarijen voor altoos gewaarborgd
zien," en eindigde met te zeggen: „ik verlang de stellige verklaring-
van de ministers, en ik verwacht ze van hunne loyauteit dat de
Steden en sterkten. De wet van 1791 spreekt van -places de guerrehet decreet
van 1811 van ptlacesook open steden. Volgens liet decreet is bovendien eene place
in staat van beleg, zoodra zij (ook zonder decreet) investie is. Parijs in 1814, 1831,
Noord-Brabant tjjdens den oorlog met België
Was dit juist? Het decreet van 1811 regelt niets omtrent het in staat van
oorlog of van beleg stellen van landstreken of gewestenzoo als de Fransche wet van
911 Augustus 1849 [zie: Louis Tripier„Les codes francais collationnés sur les
editions officielles."] Bij onze Grondwet' zijn wel degelijk rechten en vrijheden ge
schonken, die niet geheel gehandhaafd kunnen blijven in den staat van beleg, zoo als
de vrijheid van drukpers (art. 8) en het recht van zelfbestuur der gemeenten
(art. 140.)