499
daarom moest in art. 272 der eenige jaren later gearresteerde „Regts-
pleg'ing bij de landmagt" naar art. 6 van het „Crimineel Wetboek"
verwezen worden.
In de artikelen 282295 van de „Regtspleging bij de landmagt",
die de jurisdictie nader regelen van de krijgsraden in eene belegerde
of berende stad of plaats, behoefde art. 6 van het „Crimineel
Wetboek" niet te worden aangehaald, omdat het Decreet van 1811
(eenige jaren vóór het „Crimineel Wetboek" uitgevaardigd) daarin reeds
voorzag. Art. 290 luidt dan ook, dat deze krijgsraden o. a. de crimineele
justitie uitoefenen „over alle militairen of andere aan de militaire
dienst verbondene personenbij de wet (faan hunne regtsmagt onder
worpen of bij eene speciale wet aan dezelve te onderwerpen
enz. Wie zijn nu aan de rechtsmacht van de militaire rechtbanken
in berende of belegerde vestingen onderworpen? De rechtspleging-
in t algemeen in eene plaats in staat van beleg wordt geregeld door
1. het Decreet van 1811, en 2. de artikelen 282—295 der „Regts-
pleging bij de landmagt. Volgens die bepalingen kan men in eene
plaats in staat van beleg hebben 1. de Militaire rechtspleging en 2.
de gewone rechtspleging, d. i. die voor burgers in gewone tijden.
Wij zeggen met opzet kanomdat zulks geheel afhangt van het
goedvinden van den commandant der in staat van beleg verklaarde
plaats. De militaire gezagvoerder kan daar militaire rechtbanken
laten oordeelen over alle delicten, onverschillig door trien gepleegd
met uitzondering van die, bedreven door personen, welke ter eerster
instantie, volgens art. 290 R. L., voor het Hoog Militair Gerechts
hof terecht staan. Maar zouden alle burgers, zonder onderscheid,
in zoodanig geval voor eene militaire rechtbank verschijnende, dan
ook volgens het „Crimineel Wetboek" gevonnisd worden? Heen.
De artikelen 6, 7 en 9 van dit wetboek helderen dat op. Zij ver-
Wat is berenning Ook omtrek/ring? Wat is plaats* Ook een kantonnement
kampement of bivouac, bij een dorpWat mag men in lndië b. v. verstaan
onder eene berende plaats
(t) Art. 6 en 7 van het „Crimineel Wetboek."
De krijgswet? Men mag aannemen, dat hiermede bedoeld wordt het Decreet
van 1811.