500 wijzen niet naar den krijgsraadmaar naar de krijgswethet Decreet van 1811. Die bepalingen willen niets anders zeggen dan dat in eene plaats, die in staat van beleg is verklaard, de burger kan terecht staan voor den burgerlijken rechter of voor den militairen rechter, zooals de militaire commandant van de plaats dat eenmaal bepaald heeft. Maar komt de burger voor den militairen rechter voor een feitdat hoegenaamd geene betrekking heeft op de gevallen, genoemd in de artikelen 6, 7, 65, 71 en 78, in verband met art. 17 van het „Crimineel Wetboek", dan moet de militaire rechter, krachtens art. 9 van dit wetboek, het algemeen Wetboek van straf recht en andere burgerlijke wetboeken toepassen. Hij mag in dat geval kennis nemen van elk misdrijf van den burger, maar niet on voorwaardelijk de militaire strafwet op hem toepassen. Men kan terecht staan bij den burgerlijken rechter, maar gestraft worden volgens het Crimineel Wetboek en omgekeerd. In den staat van beleg zijn dus aan het „Crimineel Wetboek" dezelfde personen on derworpen als in den staat van oorlog. b. De krijgsraden te velde of in de vestingen zijn benoemd. De bevelhebber van het leger te velde of van eenige afdeeling daarvan of van eene vesting heeft verschillende maatregelen genomen om met het leger, die afdeeling of vesting ten voordeele van het land (de defensiewerkzaam te zijn. De krijgsraden hebben alsdan eene groote rechtsmacht, volgens art. 6 van het „Crimineel Wetboek." Alle burgers die „zich aan eenige misdaad ten nadeele van den landeomtrent dat leger en hetgeen daartoe behoorthebben schuldig gemaakt," worden voor die krijgsraden getrokken, d. z. dus alle personen, die al de door de militaire macht in het belang der defensie genomen maatre gelen tegenwerken of beletten. Wanneer op de plaats zelve, waar die maatregelen genomen worden, van de zijde der burgers feitelijk verzet plaats heeft, kan de militaire macht zonder tusschenkomst van de civiele autoriteit geweld met geweld tegengaanb. v. in alles wat betrekking heeft op inondatiën. In het belang der defensie kunnen ook maatregelen genomen, waar bij zoo als in het geval van de inondatiën de eigendommen der Zelfs is het de vraag' of in dit geval op die burgers de militaire procedure mag worden toegepast. AVij betwijfelen het.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 507