528 art. 154 verhoogde tot vier jaren, of wel die genoemd in de 4de alinea van dit artikel terngbragt tot vijf jaren. Tk meen. deze wijziging aan den lieer Minister van Justitie te moeten aanbevelen. De heer ModdermanMinister van Justitie: Mijnheer de Voorzitter! Het is eene onmogelijkheid om alle strafpositiën zoo te maken, als het gevolg zou zijn van een regel van drieeën. Bepaaldelijk dan, wanneer men zou willen vergelijken twee misdrijven, bij het een waarvan meer onderscheidingen en dus ook meer uiteenloopende strafpositiën voorkomen dan bij het andere, en dat is hier juist het geval. Art. 154 moet in vergelijking gebragt worden niet enkel met de artt. 300 en 301, maar ook met de artt. 302 en 303. De onderscheidingen bij mishandeling gemaakt, al naar mate het opzet al of niet op zwaar ligchamelijk letsel gerigt was, heeft men bij liet duel niet in de wet opgenomen, maar aan 's regters waardering overgelaten. De beraadslaging wordt gesloten en art. 154 zonder hoofdelijke stemming* goedgekeurd. Beraadslaging over art. 155, luidende: „Op hem die in een tweegevecht zijne tegenpartij van het leven berooft of haar eenig ligchamelijk letsel toebrengt, worden de bepalingen omtrent moord, doodslag of mishandeling toegepast: le indien de voorwaarden niet vooraf zijn geregeld 2« indien het tweegevecht niet plaats heeft in tegenwoordigheid van wederzijdsche getuigen 3e indien de dader, opzettelijk en ten nadeele van de tegenpartij, zich aan eenige bedriegelijke handeling schuldig maakt of van de voorwaarden afwijkt." De heer van de Werk'. Nadat in de vorige artikelen het duel tot een delictum sui generis is gemaakt en wel om twee redenen, en omdat men het duel waarbij verwon ding enz. heeft plaats gehad minder wil straffen dan gewone verwonding enz., maar ook om af te snijden alle moeijelijkheden waartoe het niet afzonderlijk regelen van dit onderwerp aanleiding gaf, wijkt echter, althans volgens de woorden, art. 155 hiervan af. Daar worden op hem die in een duel, onder zekere verzwarende omstandigheden, zijne tegenpartij verwondt of doodt, toepasselijk verklaard„de bepalingen omtrent moord, doodslag of mishandeling." Is dit de bedoeling van dc Regering geweest? Of heeft zij alleen willen zeggen dat het duel in die gevallen als duel moet beoordeeld worden, maar dat de straffen voorkomende in de artikelen over moord, doodslag en mishandeling kunnen worden opgelegd? Het zou reeds eenige verduidelijking zijn door alsdan te veranderen het woord straffen in bepalingen, maar dan blijven toch vele moeilijkheden bestaan, en zou in ieder geval het artikel dat men van toepassing wilde verklaren bij name moe ten worden genoemd. Door dit artikel herleven in een speciaal geval alle vroegere vragen over het duel, of mishandeling, doodslag of moord het doel waren, of hier opzet kon worden aan genomen, dan of noodweer die handelingen geoorloofd maakt. Of praemeditatie al of niet moet worden aangenomen. Op het punt van praemeditatie bestond zelfs bij den Minister en de Commissie van Rapporteurs verschil van gevoelen. De mogelijkheid te onderstellen dat een regter het begrip van voorbedachten rade bij duel uitsluit is dus niet gewaagd. En nu wil ik even wijzen op de ongerijmdheid dat bij een geregeld duel op eene der partijen nimmer geldboete zal mogen, altijd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 535