44 Hoe moeten zij al hunne krachten inspannen, hoe steeds op hun tellen passen om practijk te krijgen, practijk te houden, waar concurrentie bestaat. Een misgreep, eene onhandigheid tegenover patiënten van naam, rang, invloed of fortuin en zij zijn vaak van hun standpunt gevallen. Iioe vele misgrepen en onhandigheden kunnen de militaire confraters doen niemand zal denken dat zij allen sieraden van hun stand of zelfs onberispelijk zijn vóór dat zij daarvoor eene straf Ontvangen, ja, zelfs vóór dat lijdende ondergeschikten (zóó sterk is nog het gevoel van subordinatie!) zich over eene onverschillige en van weinig zorg en toewijding getuigende behandeling hunnerzijds bij de hoogere autoriteit durven te beklagen? Niemand zal ontken nen, dat de Gouvernementeele werkgever, bij den particulieren ver geleken, tegenover zijne loontrekkende arbeiders zeer humaan is. Mag men nu bij het maken van vergelijkingen tusschen militaire en civiele artsen en pharmaceuten vooreerst dezen factor over het hoofd zien De Staat kan echter onmogelijk zoo streng handelen als de par ticulier. Deze is een eenhoofdig, geene een veelhoofdig individu, dat niet dezelfde eischen kan doen. Wat zou het geven, indien de Staat, onder de tegenwoordige omstandigheden, de tractementen en pen sioenen van de militaire artsen en pharmaceuten verbeterende en de ze in verband brengende met de door hen genoten wetenschappelijke opleiding, niet tevens trachtte, zoodanige waarborgen te hebben, dat Hij van die opleiding niet nu, maar ook later nog de vruchten kon- de plukken? Tusschen de waarborg, dat de arts of pharmaceut, die zijn plicht verzaakt of zich in het leger onmogelijk heeft gemaakt, eenvoudig kan worden ontslagen uit 's lands dienst of ontijdig ge pensioneerd, en den eisch, dat hij op de hoogte van zijn tijd blijft, is eene wijde kloof. Werken en werken. de speling is nog al groot. En het gros der arbeiders in den staatstuin werkt ook niet uit lief de of toewijding, maar moet door den zweep van den bastiaan, in den vorm van een of ander stimulans, waardoor het eigenbe lang (ijdelheid, eerzucht of zorgen) geheel of gedeeltelijk kan bevre digd worden, tot iverlcen worden aangezet. Het zijn dus, in andere gedaante, dezelfde verschijnselen, die bij de particuliere arbeiders worden waargenomenStruggle for life. II faut que je vive. Een onbezorgd bestaan, Een rustige en onbekommerde oude dag. Met

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 55