46 blijven. Ongetwijfeld stelt men hierdoor aan de militaire Genees kundige dienst hooge eischen, maar deze zijn gewettigd. Vooreerst is zij op intellectueel gebied van zeer goeden huize. Dan mag niet vergeten worden, dat tegenover vermeerdering van lasten, tevens getracht wordt, vermeerdering van lusten te geven. En eindelijk vergete zij haar devies niet! Aan haar handel en wandel zijn te groote belangen verbonden, om niet te mogen vorderen, dat zij goed bezoldigd wordende ook op de hoogte van haar tijd is. De be kende Staatscommissie van 1877 heeft ook daarop gewezen. Ook daarvoor is dus de oprichting van eene Applicatieschool aan het militair hospitaal te Weltevreden gewenscht. Afschaffing van het examen voor officier van Gezondheid der le klasse zouden wij, in verband daarmede, ook willen voorstellen voor onze officieren van Gezondheid, die het artsdiploma niet in Nederland hebben behaald. Wij blijven zoodoende consequent met alle andere reeds besproken gelijkstellingen. Wij hebben boven reeds gezegd, waarom het maken van verge lijkingen in zake de rechten van militaire en civiele geneeskundigen niet altijd opgaat. Ook waar het de bezoldiging der officieren van de militaire Geneeskundige dienst betreft, is dit het geval. Al zijn wij van het beginsel uitgegaan, dat men in den geneeskundige bij het leger eerst den geneeskundige en daarna den officier hebbe te zien, en hij ook als zoodanig moet behandeld worden, zoo gebiedt de waarheid, dat men bij de tractementsbepaling evenmin valsche vergelijkingen maakt. De burgergeneesheer begint met niets de officier van Gezondheid met een vast tractement en het vooruitzicht op een behoorlijk pensioen. De niet ieder) burgergeneesheer krijgt echter eene drukke practijk, en nu begint zijn militair collega, die meer vrijen tijd heeft (zoowel om te studeeren als om te slapen) te klagen over zijne positie. Dat is onbillijk. Maar even goed als de talenten van den burgergeneesheer betaald worden door eene drukke practijk, moeten de talenten van den mi litairen geneesheer beloond wordenwant in beide gevallen zijn die talenten het uitvloeisel van vruchtbaar werken. Die belooning mag echter, met het oog op de hooge eischen, die men aan de Genees kundige dienst stelt, niet gering wezen. In welken vorm moet zij echter geschieden? Zoo als onlangs bij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 57