583 vooral ongelijkmatig doet zijn. Zij zijn daarbij meestal in eene der uiterste verhoudingen geplaatst, of van niets zonder nadere bevelen te kunnen doen cif van, geheel aan zich zei ven overgelaten, eene onbegrensde ver antwoordelijkheid te dragen, zonder op den steun van de hoogere chefs te kunnen rekenen, „Daarom moeten de instruction de magt der militaire bevelhebbers ingoede verhouding met hunne verantwoordelijkheid regelen en vooral geen toestand scheppen waarbij allerlei civile en militaire autoriteiten, met een allerwege be dild gezag naar een tal van wetsbepalingen verwezen, door elkander woelen." „Daardoor alleen kan worden voorkomen, dat de doortastende militaire bevelhebbers hun gezag niet met bezadigdheid zouden voeren en dat de zwaartillende tot zwakheid vervallen, om hunne eigene verantwoordelijk heid te dekken, en die op andere autoriteiten over te dragen." „In beide gevallen zou de burgerij zelve er het eerst de nadeelen van ondervinden; juist zij toch zal in tijden van gevaar het eerst de behoefte gevoelen om steun te vinden bij een zelfstandig, energiek en bezadigd handelend gezag. "Waar zoodanig gezag ontbreekt zijn de rampen van den oorlog allerminst te vermijden of te verligten, en is een noodlottige afloop van den strijd, trots alle militaire bekwaamheid, bezwaarlijk te ontgaan." Wij hebben deze toelichting overgenomen om de ware beginselen van het krijgsrechtdie daarin doorstralen. Naar onze meening is het den Kolonel Enderleinafgescheiden van de gebreken, die aan de door hem ontworpen Instructie voor vesting- en fortcommandanten kleven vrij wel gelukt, het juiste standpunt aan te gevenwaarop dat recht zich moet bevinden. Dit aan onze lezers zoo duidelijk mogelijk te makenachten we geen overtollig werk. Daarop liet de Minister Enderlein volgen „Ik heb hier alleen aan toe te voegen, dat daarbij zooveel doenlijk de controle der hoogere magt van den militairen bevelhebber is ingevoerd, waar dit ten waarborg kan strekken, dat de bezittingen der ingezetenen niet noodeloos en ligtvaardig worden benadeeld. Dergelijke invoering kan thans, door de gemakkelijker communicatiën en vooral door de tele- graaphverbindingen, beter dan vroeger geschieden, zonder toch aan de zelfstandigheid van den kommandant te kort te doen." „Ten slotte moet ik mededeelen, dat de hoofdofficier, die de ontwerp- instructie met de toelichtende nota, waaruit ik een gedeelte voorlas, aan mijnen voorganger indiende, was de toenmalige linie-kommandant te Gorkumthans Minister van Oorlog."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 590