592 bonne heure, en arrière des bastions ou des fronts d'attaque, les retrail- chements nécessaires pour soutenir au corps de place un ou plusieurs assauts. II y employera les habitants „De voorbeelden, door den geacliten afgevaardigde uit Leeuwarden aangehaald, ten bewijze dat de instructie buiten de grenzen der wet gaat, komen mij alzoo niet concludent voor. Mijn hoofdbezwaar ligt in het verkeerde, om op dit oogenblik eene instructie uit te vaardigen tot uit voering van verouderde Fransche verordeningen, in plaats van deze door eene nieuwe wet te vervangen. Toets ik echter de instructie aan geest en beginselen dier verordeningendan ontmoet ik niet dien strijddie aan de instructie het karakter van legaliteit zou ontnemen". „Ik vind echter een strijd van anderen aard en het spijt mij dat he den de Minister van Justitie niet tegenwoordig is, want het zal den Minister van Oorlog moejjeljjk vallen inlichtingen van juridieken aard te geven. Ik vind in 111 der instructie strijd met het Burgerlijk Wetboek. Die bepalingvoor veel dit punt betreftluidt „Wanneer bij uitsluiting geen ambtenaar van den burgerlijken stand aanwezig is en het Koninklijk besluit van den 13don Julij 1830 (Staats blad N° 53) niet kan worden in acht genomenwordt van iedere geboorte en ieder sterfgeval, binnen do ingesloten plaats voorkomende, eene acte opgemaakt, door den hoogst in rang aanwezenden officier der adminis trative dienst of door dengeno, die als zoodanig fungeert". „Ik vraag: hoe is deze bepaling overeen te brengen met het Burger lijk Wetboek? In art. 61 van dat wetboek lees ik: „Bij bijzondere reglementen wordt bepaald op hoedanige wijze het overlijden van krijgs lieden, welke te velde in den slag of in 's Rijks dienst buiten het Ko ningrijk zijn gestorven, in de gewone registers van den burgerlijken stand zal worden ingeschreven". Nu kan men aannemendat wanneer een militair sterft in een ingesloten fort, waar geen ambtenaar van den bur gerlijken stand aanwezig is, art. 61 van het Burgerlijk Wetboekin ver band met het reglement van 1830, toepassing zal erlangen. Maar §111 der instructie slaat ook op andere gevallen; 1° op geboorten; 2° op het overlijden van burgers in dergelijk ingesloten vestingwerk. Op die ge vallen is art. 61 niet van toepassing. Met welk rcgt dus kan, wanneer dat regt geen grond vindt in de wet, een officier optreden als ambtenaar van den burgerlijken stand? Zal ooit de geldigheid van eene acte, aldus opgemaaktdoor den regter worden erkend De zaak is ligt te verhelpenen ik meen der Regering to moeten aanraden daarin te voor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 599