593
zien door uitbreiding van art. 61 van het Burgerlijk Wetboek tot de
gevallen in 111 der instructie bedoeld."
Men zal ons vragen, waartoe wij zoo uitvoerig zijn in de vermel
ding der beschouwingen over eene instructie, waarvan wij slechts de
inhoudsopgave hebben medegedeeld, 't Is ons echter niet om die
instructie te doen als wel om de beginselen van het zoogenaamde
krijgsrechtwelke in die beschouwingen vooropgesteld worden. Yoor
Indiëdat nog niet in het bezit is, zelfs van eene gebrekkige codi
ficatie van dat recht, blijven die beginselen van waarde, vooral waar
in de verkondiging daarvan, zoo als reeds gebleken is en nog blij
ken zal, meeningsverschil tusschen mannen van naam en overtuiging
bestaat. Het in 1875 in de Tweede Kamer ter zake gehouden de
bat verdient daarom ter kennis van de lezers van dit tijdschrift ge
bracht te worden, vooral toen daaraan werd deel genomen door den
Heer Kappeijne van de Coppellodie het volgende sprak
„Deze discussie raakt een gewigtig onderwerp van staatsregt, zoodat
ik hoop dat de Kamer ook mjj veroorloven zal daaromtrent eenige op
merkingen te maken."
„De Minister van Oorlog heeft eene instructie uitgevaardigd aan de
vesting-kommandanten, en daarover denke men niet ligt. Gaan deze hun
ne bevoegdheid te buiten, vergrijpen zij zich aan eigendom of wet-
Zie art. 4 en den 2™ titel van liet Burgerlijk AVetboek voor Ned.-Indië alsmede
de Indische Staatsbladen van 1849 No. 25, 1851, No. 64, 1852, No. 6, 1854, No. 40,
1855, No. 27, 1856, No. 43, 1864, No. 28, 1867, No's. 3 en 24, 1869, No. 13, 1870,
No. 110, 1S73, No. 45 en 1878, No. 95, benevens de Bijbladen No's 214, 960, 1231,
1232, 1460, 2242, 2486, 2692, 2912 en 3216. Zie voorts de art. 132 t/m. 135 van
liet Indisch strafwetboek voor Europeanen en Staatsblad van 1851, No. 64, houdende
bepalingen omtrent een burgerlijken stand voor Europeanen en daarmede gelijkgestel-
den, registers van geboorten, huwelijksaangiften en afkondigingen van huwelijken,
echtscheidingen en overlijdenambtenaren van den burgerlijken stand; plaatsen waar,
personen door wie en de wijze, waarop de registers gehouden, de acten ingericht en
de vormen, welke daarbij in acht genomen moeten worden; misdrijven en overtredin
gen, door ambtenaren van den burgerlijken stand als zoodanig begaan; alsmede om
trent de overtredingen der voorschriften van het bij Staatsblad No, 25 van 1849 ge
arresteerde reglement door bijzondere personen. Zie voorts art. 31, enz. van de
„Instructie voor het voeren der administratie bjj de militaire ziekeninrigtingen."
Het regt op bescherming van goed in Indië, toegestaan bij art. 108 R. R.,
verzekert in de eerste plaats de vrije beschikking over den eigendom. Die vrije be
schikking wordt alleen beperkt in sommige gevallen, bij het burgerlijk en het straf-