- 59? mettre la place en êtat de siège, en anders zells in staat van beleg. De staat van oorlog brengt gedeeltelijk, de staat van beleg geheel alle magt in handen van den kommandant, die dan zelfs het regt heeft van gratie". „Nu vraag ik, bestaat in dit opzigt het decreet nog? De Minister van Oorlog heeft ons gisteren gezegdde staat van beleg is dood een voudig, dat is, wanneer de Koning besluit de plaats in staat van beleg te verklaren. Maar de staat van beleg is er ook en wel in de eerste plaatsvan regtswege door de feitenwanneer de plaats wordt aange vallen door een buitenlandsehen vijand. Dit moet blijven bestaan, het ligt in den aard der zaak. Maar wanneer de plaats wordt verklaard in staat van beleg bij Koninklijk besluit, dan moet het zijn onder om standigheden dat er geen oorlog is, maar dat men het beter vindt om de militaire politie en hare actie een weinig te versterken." „"Wat beteekent echter décret de l' Empereur? De Keizer had de volle magt; wel niet formeel, maar wanneer niet binnen tien dagen, na dat hij het decreet uitgevaardigd had, de sénat-conservateur het wegens grondwetschennis had vernietigdgold het decreet als wet, en de sénat- conservateur was te zeer conservateur om dergelijke dingen te durven. Wanneer er dus staat in ons decreet par décret de V Empereur, is dat niet van zelf, volgens onze tegenwoordige Staatsinstellingen, een besluit van den constitutionelen Koning in Nederland „In - Frankrijk heeft men het verklaren in staat van oorlog of van boleg altijd beschouwd zoodra daar de constitutionele beginselen gol den als te moeten uitgaan van de wetgevende magt, omdat alleen de wet van alle mogelijke andere wetten dispenseren kan." „Dit is zoo waar dat in zijn acte additionnel a la constitution do l'Empire, art. 66, die Napoleon gaf na zijne terugkomst uit Elba, toen hij voorgaf te willen worden constitutioneel Keizer, bepaald werd dat de staat van oorlog of beleg zou kunnen verklaard worden door den Keizer in geval van werkelijken oorlog, maar in staat van vrede alleen door de wet." „Soortgelijke bepaling stond in het charte van Lodewijk XVIII, en is ook opgenomen in de wet van 9 Junij 1819, die zonder eenigo beraad slaging is gevoteerd, omdat zij moest strekken om te bedwingen den overgebleven weerstand, na den Junij-opstand. Onder den schrik van dien opstand is door de overwinnaars deze wet gemaakt, doch het beginsel De wet voor den staat van beleg1 wordt in Frankrijk genoemd Loi du 9 11 Aoftt 1879. Zie Tripier, pag. 1249.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 604