602
verkeerde bepalingen, die verdwaald waren in allerlei instruction, maar voor
namelijk voorkwamen in die voor de plaatselijke kommandanten van 1815."
„Dat liet dringend noodig was daarin te voorzien, meen ik gisteren
vrij uitvoerig aangetoond te hebben. Ik voeg er alleen nog dit bij waar
de linie- en stellingkommandanten optraden, moest het hun eerste werk
zijn om de instruction, de memoriën van verdediging, in één woord alles
wat noodig is om steeds gereed te zijn tot verdediging van de sterke
plaatsen en forten, te regelen. Die regeling mogt echter niet voor elk
fort afzonderlijk gemaakt wordener moest eene algemeene regeling van
de bevoegdheden en verpligtingen bestaan, opdat wanneer een officier,
van welken rang ook, onverwacht gelijk telkens gebeuren kan geroe
pen werd om zich het bevel en de groote belangen toevertrouwd te zien als
verdediger van eene vesting of' fort, hij zich niet zou behoeven te verdiepen
in allerlei regtsquaestiën, maar weten zou waaraan hij zich te houden had,
en ook weten zou-' dat hij rekenen kon op den steun van hoogere gezag
voerders, die weder zich beroepen konden op den steun der Regeringter
wijl de Regering op hare beurt steunen kon op de wetgevende magt."
„Die hoogere autoriteiten moeten uitmaken wat zij te doen hebben,
maar dat gaat niet den vestingkommandant aan."
„Die noodzakelijkheid was reeds gebleken in de zoo wéinig exceptionele
omstandigheden van 1870; niet dat daar quaestie kon wezen van een
dergelijk stellen in staat van oorlog of beleg, maar wel was er quaestie
van het zelfvertrouwen dat ieder kommandant had in zijne positie, en
toen is gebleken, dat er niet alleen conflict ontstond tusschen militaire
autoriteiten, maar dat de hoogere autoriteit aarzelde en huiverde (zeer
ten nadeele van het belang des lands en der burgerij) in dat conflict oeno
bepaalde decisie te nemenzoodat de verantwoordelijkheid der onderge
schikten niet was gedekt."
„Dit mogt niet langer duren. Hief men de instructie van de plaatselijke
kommandanten niet op, dan bleven de strengeoverdrevene en ouderwet-
sche daarin vervatte voorschriften een leiddraad, waarop die kommandanten
zich konden beroepen. Die moesten dus vervangen worden. Alleen op
heffing niet, want dan was er niets."
„Bij de instructie voor vestingkommandanten vervalt alles voor een
plaatselijken kommandantdie niet tevens vestingkommandant is. Bij
de toepassing' der instructie zal van zelf de vraag rijzen, in hoeverre de
plaatselijke kommandant het archief voor den vestingkommandant moet
verzamelen, maar het conflict dat hij als vestingkommandant zal optreden
zonder er toe benoemd te zijn, kan niet ontstaan."